Pagina's

Gedichten of gedachten bij 't Woord en soms verhalen...

donderdag 29 december 2022

Strepen...

Achter het raam zit een oude vrouw. De zon schijnt op haar en zij voelt hoe de warmte zich héérlijk door haar hele lichaam verspreidt. Genietend sluit zij haar ogen. Als vanzelf gaan haar gedachten terug naar het pijnlijke verleden... Ze beweegt even met haar schouders, alsof zij iets van zich af wil schudden. Maar dat lukt niet echt... Een jonge vrouw is druk bezig haar ramen te wassen en denkt: Als ik snel opschiet ben ik om tien uur bij ma... Een uur later zet ze blij en voldaan de lege emmer in de schuur. Half tien! Fijn, nu kan ik op mijn gemakje naar ma fietsen. Mieke loopt haar huis weer binnen en pakt de sleutel om de deur af te sluiten. Dan kijkt zij door het raam en schrikt... ‘Bah...! Wat een vieze strepen!!! Zal ik..?’ Gelijk de daad bij de gedachte voegend, pakt ze wederom de emmer. Daarna vult zij hem met handwarm water, een scheutje afwasmiddel en een spons, om daarna het raam nog eens grondig over te doen. Helaas..., tevreden kan ze niet zijn. Onbarmhartig laat de zon de strepen zien die zij achterlaat! Het goede humeur van Mieke is verdwenen en mopperend stapt zij op haar fiets. Ellendig, ik zou om tien uur bij Ma zijn... Dat lukt nu niet meer! constateert zij met een schuldige blik op haar horloge. Nog geen tien minuten later opent zij, met haar moeders sleutel, de voordeur van het appartement. Haar jas hangt ze geïrriteerd aan de kapstok. De vertrouwde kapstok, die al in zoveel verhuizingen overleefd heeft. Mieke mikt haar schoenen eronder. Oeps… Moeder heeft een hekel aan rommel. Snel worden de instappers rechtgezet. Opgewonden en verhit pakt Mieke de klink van de woonkamer. Een diepe zucht en dan…, opent zij de deur.

‘Dag mam!’ Verheugd doet de oude vrouw haar ogen open en begroet Mieke hartelijk. Direct begint deze: ‘Ma, hoe doet u dat? Ik baal zó van die snertramen! ‘k Heb ze vanmorgen nota bene twee keer gedaan en nóg zie ik strepen!!!’

‘Tja, de zon verbergt niets, daar doe je niets aan Miek...’ klinkt het begrijpend machteloos uit de mond van haar moeder. Een gespannen zwijgen volgt. De gedachten bij beiden draaien op volle toeren. Verdriet, boosheid en angst wisselen elkaar af, voordat de oudste van de twee uiteindelijk haar besluit neemt en plompverloren begint te spreken...

‘Het spijt me héél erg dat ik jou geen liefde gegeven heb. Ik leefde zo krampachtig! Door jouw vader leerde ik God kennen. Ik wilde graag zo’n God dienen als dat hij dat deed.
Die leiding had ik, tot mijn toen nog jonge leven, gemist. Iemand Die mij zei, hoe ik moest leven... De kerk waar wij toen samen naartoe gingen, had hele duidelijke regels. Dat vond ik ontzettend fijn!!! Nu wist ik dat ik het goed deed! Nu kon niemand mij meer afwijzen, want ik deed het goed...’ verdrietig en met een schuldig geweten, schudt het lieve mens haar hoofd. Mieke kijkt naar haar eigen handen, die trillerig wat onzichtbare pluisjes van haar rok plukken.

‘Ach wat deed ik hard mijn best! Maar toch deed ik het niet goed genoeg... Jij mocht geen pyjama aan. Weet je dat nog?’ Mieke knikt stil en haar moeder vervolgt moeizaam: ‘Er waren zoveel mensen bij ons in de kerk die dat wel deden... Ik veroordeelde hen daarom. Want..., het mocht niet. Meisjes mochten geen broeken aan! Zo dacht ik toen...’

‘Je weet vast nog wel dat ik boos op jou was, omdat je televisie gekeken had bij de buren. Wat ben ik toen onredelijk tegen je geweest! Woedend kon ik soms zijn wanneer je niet wilde luisteren, omdat je niet eerlijk was. Of iemand pijn had gedaan.’ Haperend vervolgt ze: ‘Dan gaf ik je een draai om je oren… Nee… Op zo'n moment voelde ik geen liefde maar boosheid... Ik wilde alleen maar, dat wij als gezin perfect leefden! Het frustreerde mij enorm dat dit niet lukte. Ik liep constant met een schuldgevoel rond. En als jij 't dan niet goed deed, reageerde ik dit op jou af... En de buitenwereld vond ons zo’n net gezin!’ Ze snuift spottend. 

‘Ja meid, aan de buitenkant zagen mijn ramen er schoon uit... Echter, ik deed jou èn jouw vader tekort! Veeleisend was ik voor jullie. Het was nooit goed genoeg... Ik ging mijn ramen telkens weer wassen, want steeds werden ze niet schoon. Begrijp je!?’ Het lijkt wel of ze elkaar voor het eerst ècht aankijken... Om zichzelf een houding te geven pakt Mieke haar kopje thee en kijkt naar buiten. Haar moeder vervolgt weer: ‘Ik begreep God niet. Zijn Geest vertelt mij al mijn hele leven dat ik het niet goed doe! Ik bèn zondig, maar ik werkte zo hard om geen zonden meer te doen! En júist daardoor deed ik nog meer zonden... Ik gaf geen liefde! Met mijn harde werken bereikte ik niets, ik raakte alleen nog meer gefrustreerd. Even pauzeert ze, om daarna uit haar hoofd, de woorden uit de voor haar vertrouwde statenbijbel te citeren:


‘Doch tevergeefs eert zij Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn.’ Mieke herkent deze woorden, maar hoort het met gemengde gevoelens aan... ‘Kijk eens naar je ramen als je in de tuin staat, Miek. Dan zie je geen strepen. Zo was het ook voor de mensen om ons heen. Zij zagen een fatsoenlijk gezin,' nogmaals schudt ze rouwmoedig haar hoofd. 'Ik wist wel beter... Gods Geest liet mij dat zien. Alleen ik ging er niet goed mee om. Ik ging namelijk niet naar God. Nee..., ik ging zelf weer wassen!’

‘Wil jij mij alsjeblieft vergeven?’
 

‘Ik had je bij Jezus moeten brengen en niet moeten leren zelf je zonden op te lossen. Ik had je die liefde moeten geven die God ook aan ons geeft... Aan het kruis vroeg hij met alle liefde in Zijn hart, terwijl hij zoveel pijn leed voor onze zonden’: 

“Vader, vergeef het hun; want zij weten niet, wat zij doen.”

‘Hij had pijn om onze zonden, maar Hij had geen verwijten zoals ik ze altijd had! Hij wilde vergeving... Je hoeft niet perfect te zijn lieve Mieke! Jezus heeft het ook voor jou volbracht... Vergeef mij alsjeblieft mijn liefdeloosheid... Jezus heeft je lief en ik hou ook van jou! Mag ik je die liefde alsnog geven!?’ Met tranen van berouw en pijn kijkt ze haar dochter aan en zwijgt begripvol... Mijn dochter heeft tijd nodig om dit alles te verwerken... 

Mieke voert een innerlijke strijd, terwijl zij stiekempjes haar moeder bestudeert. ‘Eindelijk erkent moeder dat zij mij koud en kil heeft opgevoed. Maar is het mogelijk dat dit óóit beter wordt?’ Verward staart zij naar buiten, terwijl haar ogen zich vullen met tranen. De strepen op de ramen ontgaan de jonge vrouw. Langzamerhand voelt zij haar hart warm worden van liefde, als ze stilletjes bidt:

O Vader, dat Uw liefde mij blijk'; O Zoon, maak mij Uw beeld gelijk; O Geest, zend Uwe troost mij neer; Drieënig God, U zij al de eer!!!
Achter het raam zitten een oude en een jonge vrouw. De zon schijnt op beiden. Zij voelen hoe de warmte zich héérlijk door hun hele lichaam verspreidt. Mieke kan en mag aan haar eigen moeder antwoorden: ‘Ja mama, ik vergeef U!’ 


                                                              


4 opmerkingen:

  1. Hoe ontroerend.
    Tranen springen vanzelf in mijn ogen.
    Hoewel mijn moeder gelukkig niet zo was, herken ik dit wel in mijn familie.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wat fijn voor jou dat jouw moeder niet zo was. Maar ik begrijp dat je het wel heel verdrietig vindt, omdat je het zo herkent in jouw familie. Het is Gods genade, als onze ogen daarvoor geopend worden! Leven bij Zijn Woord en door Zijn Geest is zó belangrijk! Maar dan wel met een 'hart'elijk doen en belijden. Niet wettisch, zoals we in de Bijbel kunnen lezen van de farizeeën. Daar zit geen liefde in... Soms(of is het regelmatig?) ben ik ook wel eens bang om op deze moeder te lijken...

      Verwijderen
  2. Dapper van die moeder om het te benoemen. En om vergeving te vragen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, Aritha. Het is Gods genade, als wij zover kunnen komen!

      Verwijderen