Het vleesgeworden Woord:
In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. Johannes 1: 1-4
Pagina's
▼
Gedichten of gedachten bij 't Woord en soms verhalen...
▼
dinsdag 26 december 2023
De verloren zoon gevonden
In zijn woonkamer ligt de oude man op een bed voor het raam. Ernaast, aan ‘t hoofdeinde, staat een gemakkelijke stoel. Jaap de Bruin haalt moeizaam adem… Zijn handen liggen gevouwen op de dekens, in een stil gebed tot zijn God en Vader. Hij heeft veel zorgen om zijn zoon Cor. In gedachten keert hij terug naar het verleden...
‘Vandaag kerstfeest in de kerk mijn jongen! Ga je mee?’ Enthousiast knikte de kleine Cor tegen zijn vader. Moeder stond er met een glimlach om haar mond bij. Acht jaar was hij alweer! Het ventje kijkt uit naar het kinderkerstfeest en vooral..., naar het cadeautje dat hij na de dienst krijgt. Een mooi boekje en wat lekkers! ‘Wat was het nog gemakkelijk hem mee te krijgen naar de kerk,’ verzucht de man in stilte. De voordeurbel gaat en de ogen van Jaap lichten op als hij naar buiten kijkt. Hij herkent de man, die voor de deur staat en een blik naar binnen werpt. Moeizaam heft hij zijn hand op voor een vriendschappelijk welkom. De predikant reageert lachend zijn hand opstekend, en knikt hem vriendelijk toe. Schoondochter Els gaat naar de deur om het bezoek te ontvangen. Jaap hoort gedempte stemmen in de gang, alvorens het bezoek, met Els er achteraan, de woonkamer binnen treedt. ‘Dag Jaap,’ vertrouwd laat de predikant zich in de stoel “vallen”. ‘Wat fijn dat u komt, dominee!’ ‘Geen moeite hoor, om mijn schaapje op te zoeken,’ knipoogt deze om dan te vervolgen, ‘hoe gaat het nu?’ ‘Ach Pieter’, schakelt Jaap trouwhartig over op de voornaam van de predikant waar hij, tot het lopen niet meer ging, al jaren wekelijks op bezoek kwam, ‘ik maak me zo'n zorgen om Cor… Je weet het. Hij is zo onverschillig! Gaat nooit meer naar de kerk en ook Gods Woord leest hij niet meer... Gelukkig maakt mijn vrouw
dit niet meer mee. Ze heeft altijd voor hem gebeden en toch, zie en merk ik er niets van…’ Even kijkt hij bij deze woorden zijn goede vriend aan, om daarna zijn ogen af te wenden en verdrietig uit het raam te staren… ‘Zou een zoon van zoveel gebeden verloren gaan!?’ vraagt Pieter zich af… Zijn gedachten gaan naar Augustinus en zijn moeder Monica. Bemoedigd durft hij te spreken: ‘Jaap, jouw zoon, een zoon van zovéél gebeden kan toch niet verloren gaan! De HEERE is trouw, Hij hoort naar Zijn kinderen. Ken jij de geschiedenis van Augustinus?’ Zijn oude vriend knikt vermoeid. ‘Houdt je daaraan vast! Het gebed van een rechtvaardige vermag veel…!’ klinkt het hoopvol. Jaap schudt mismoedig zijn hoofd, ‘De tekenen wijzen nergens op, Pieter. En opnieuw gaan zijn gedachten terug naar vroeger. ‘Cor, kom je uit bed!? We gaan zo naar de kerk!’ een brom klonk als reactie uit de slaapkamer. Jaap en zijn vrouw zitten tien minuten later aan een feestelijk gedekte tafel te wachten op Cor, die maar niet komt… ‘Ga jij maar naar boven Lydia, jij kan het tactischer dan ik…’ zei Jaap met een gelaten, maar ook geïrriteerde zucht en denkt: De zoveelste keer dat we onze enige zoon uit zijn bed moeten “rammelen”… Zijn vrouw staat op, ze kent haar man wel. Als hij er wat van zegt, komt het bot uit zijn mond… Zij kan het beter doen, dan blijft de sfeer nog een beetje behouden tijdens deze kerst… Rustig stommelt ze naar boven. Haar hart klopt echter in haar keel en een gebed stijgt op: ‘Heere, geef me de juiste woorden!’ Resoluut doet ze de slaapkamerdeur open en schuift de gordijnen op een kiertje zodat het licht naar binnenvalt. ‘Vent, kom je uit bed? We willen graag gaan eten. Over een uurtje moeten we in de kerk zijn!’ Cor bromt en draait zich nog eens om… ‘Ik heb geen zin hoor ma, gaan jullie maar!’ Lydia houdt nog nèt een zucht binnen. ‘Jongen, de kerk is belangrijk! Het is notabene kerst!’ ‘Grmpfff,’ gromt de puberjongen. ‘Komen jullie nog!?’ wordt er ongeduldig beneden aan de trap geroepen. Maar beiden negeren het. Lydia praat verder tegen het achterhoofd van haar zoon: ‘Je moet elke dag naar school. Dáár mopper je ook over, en tóch doe je dat. En school is minder belangrijk dan jouw zaligheid! Het gaat om de eeuwigheid jongen… De kerk is de werkplaats van de Heilige Geest. Dáár moet je zijn!!!’ betoogt zijn moeder hartstochtelijk. ‘Dus geen discussie hoor! Je komt gewoon uit bed en gaat mee!’ zegt ze hem nu vriendelijk maar beslist. Mopperend draait Cor zich weer om en met een chagrijnig gezicht stapt hij zijn bed uit. Hij weet dat hij
geen keuze heeft. ‘Maar ze hoeven niet te denken dat ik gezellig ga doen…!’ Zijn moeder ziet het aan. Haalt onzichtbaar en verdraagzaam haar schouders op. Ze weet dat ze niet kan verwachten dat hij ineens blij en gezellig doet. ‘Deed ikzelf vroeger niet net zo, tegen mijn ouders?’ overdenkt ze. Zijn lieve geduldige vrouw had het hem allemaal verteld. Hij kon een voorbeeld aan haar nemen! Nog elke dag mist hij haar, nadat zij vijf jaar geleden aan kanker was overleden… Gevouwen handen voor haar zoon en haar man. Ja…, de twee vúrige karakters van Cor en hem botsten nogal eens! Nadat ze was heengegaan tot haar Zaligmaker, was hij rustiger geworden… Jaap was dankbaar dat zijn zoon samen met zijn vrouw, hem elke week op woensdag met hun gezin mee liet eten… Dat brak de lange werkweek wat! Zijn schoondochter had hem geleerd hoe de wasmachine werkte. De huishouding deed hij in die tijd nog zelf. Maar langzamerhand heeft zij dit op haar schouders genomen. Zijn krachten namen af en hij zag het allemaal niet goed meer met zijn ogen… Het Bijbel lezen ging steeds moeizamer en kostte veel energie… Het orgel spelen en zingen gingen hem nog wel goed af. Maar hij merkte wel, dat zijn stem in krachten afnam het afgelopen jaar. Hij ging, sinds het overlijden van zijn vrouw, elke week op maandagmorgen naar zijn “vriend” de dominee. Veel praten deden ze niet. Orgel spelen en zingen des te meer! Een héérlijk uurtje was dat… Maar de laatste weken lukte ook dat niet meer…
Pieter laat hem rustig denken... Els, de schoondochter van Jaap, zet een kopje koffie neer, met suiker en melk ernaast. Deze laat hij een minuutje of wat staan, want hij houdt niet van al te hete koffie.
Daardoor heeft hij de tijd om ongemerkt het Bijbelgedeelte op te zoeken, dat hij ter bemoediging zijn goede vriend mee wil geven… ‘Ja, daar is het!’ Nog steeds mismoedig slaakt Jaap een verdrietige zucht en keert terug in het heden. Afwachtend kijkt hij Pieter aan, diehem vervolgens vraagt: ‘Zullen we Gods Woord laten spreken? Ik heb het zojuist opgezocht. Jakobus vijf vers dertien tot en met twintig’, een bevestigende knik maakt, dat de rustige warme stem van Pieter in de woonkamer te horen is: ‘De kracht van het gebed. Is iemand onder u in lijden? Laat hij bidden. Heeft iemand goede moed? Laat hij lofzingen. Is iemand onder u ziek? Laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden en hem met olie zalven in de Naam van de Heere. En het gelovige gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand. Elia was een mens net zoals wij en hij deed een vurig gebed dat het niet zou regenen, en het regende niet op de aarde, drie jaar en zes maanden. En hij bad opnieuw, en de hemel gaf regen en de aarde bracht haar vrucht voort. Broeders, als iemand onder u van de waarheid is afgedwaald en een ander doet hem terugkeren, weet dan dat hij die een zondaar van zijn dwaalweg doet terugkeren, een ziel zal redden van de dood en een menigte van zonden zal bedekken.’ Een gewijde stilte vult de woonkamer, wanneer Pieter zwijgt. De nog steeds gevouwen handen van Jaap vragen om een gebed. Pieter begrijpt het en sluit zijn ogen. Wederom klinkt zijn warme, rustige stem. Hij draagt Jaap, Els, Cor en de kleinkinderen op aan de troon van Zijn genade. Een rust daalt neer in het hart van zijn lieve vriend. De HEERE zal doen wat goed is… Ongeacht Cor… Woorden zijn overbodig! Els, die zich respectvol teruggetrokken heeft in de keuken, hoort alles en ziet hoe haar schoonvader dankbaar de hand van de predikant grijpt! Ze houdt van haar schoonvader. ‘Wat lijkt hij op Cor! Maar toch anders…,’ bedenkt ze met een droevige glimlach. ‘Oh nee! Gemakkelijk is hij niet. Maar… Ze kan er de vinger niet opleggen. De gesprekken van de predikant en haar schoonvader raken haar meer dan ze kan zeggen… Hoe liefdevol gaan ze met elkaar om. ‘Ik zal hem missen als hij er niet meer is… Misschien nog wel meer deze momenten!’ realiseert zij zich ineens. Een week later staan Cor en Els met de kinderen op de begraafplaats. Het is twintig oktober tweeduizendnegentien. Bij Els rollen de tranen over haar wangen… Cor echter, staat met droge ogen en een brok in zijn keel naar het open graf te staren... Het is voor hem onmogelijk te huilen. De dominee had over de verloren zoon gepreekt… Nee, hij heeft hem, Cor, niet terecht gewezen! Hij had verteld over zijn vader Jaap, die net als hij zo stijfkoppig zijn eigen weg was gegaan, totdat…! Totdat hij Lydia ontmoette. Zijn moeder die zo zachtmoedig en gelovig Zijn weg ging… Pa die door ma terug naar Zijn Vader was gegaan. Hij had alles eerlijk opgebiecht. Zijn harde hart… Zijn eigenwijze hoofd! Véél geld verdienen was belangrijk. Een mooie carrière! Dat was belangrijker dan de HEERE… Maar zijn moeder leerde hem anders door Gods Geest. Ze hebben het goed gehad. Kwamen nooit geld tekort. Toch voelt Cor zich aangesproken en moet erkennen: ‘Ik heb alles gekregen dat ik nodig had en toch wilde ik meer… Het was nooit genoeg!’ Hij kijkt opzij naar Els en zijn zoontje, die verdrietig tegen haar aangeleund staat. Dan kijkt hij neer op het hoofdje van zijn dochtertje, die met haar rug tegen zijn buik aangedrukt staat, onder de indruk en verdrietig… ‘Zijn vader en hun opa…’ Els ziet hem door haar tranen heen. ‘Die eigenwijze stoere man van haar…’ Cor ziet ineens de paralellen tussen zijn vader en hem… Ook hij was druk met carrière. Zijn kinderen mochten niets tekort komen… En uiteindelijk…? Ik heb alles… Een goede baan… Een mooie vrouw, passend bij mijn positie… Twee ongelooflijke lieve gehoorzame, soms ondeugende kinderen… Een mooi vrijstaand huis… Een dure auto… Een boot… Wat wil ik nog meer? Cor kijkt naar de kist die langzaam in het open gat zakt… Hij voelt zich leeg en arm… ‘Kom ik niet álles tekort, HEERE!? Mijn vader die nu met mijn moeder in eeuwigheid de lof mag zingen bij hun Schepper en Zaligmaker. Wat zijn mijn ouders rijk!’ Langzaam worden zijn droge ogen vochtig. Een druppel valt op de haren van dat kleine koppie voor hem… Een schok gaat door hem heen als het meisje daarop haar hoofd optilt en haar vader in zijn vochtige ogen kijkt. Tekort! Mijn meisje… Een zieltje voor de eeuwigheid! Een blik opzij naar zijn zoontje en Els… Nog twee zielen! Els steekt haar arm door de zijne heen en fluistert: ‘Papa Jaap hield van jou, Cor. En van ons. Maar nóg meer houdt Zijn God en Vader van jou èn ons!’ Nu beginnen de tranen overvloedig te stromen… Een jaar later, staat Cor, samen met zijn vrouw Els, voor in de kerk. Predikant Pieter is emotioneel. Hier staan de zoon en schoondochter van zijn lieve vriend, die hun jawoord geven op de belijdenis van hun geloof in Christus. Na de kerkdienst vraagt hij aan Cor nog even te blijven. ‘Ik heb iets voor je. Jouw vader had gevraagd dit voor jou te bewaren wanneer je eraan toe was. En ik heb het vertrouwen, dat het moment er nu is.
Pieter overhandigt Cor een kaartje en een klein pakketje in cadeaupapier ingepakt… ‘Hoezo…?’ vragende ogen. ‘Lees het kaartje maar dat erbij zit,’ knikt Pieter hem vriendelijk toe. Hij draait het kaartje om en leest de met bibberende hand geschreven tekst, gedateerd: ’19 oktober 2019, Rhenen, voor mijn lieve zoon Cor. Ik heb altijd van jou gehouden. Maar God de Vadernog veel meer!!! En jouw moeder wist dat! Cor begint iets te begrijpen en scheurt, bijna wetend, het papier van het cadeautje af. Hij houdt een versleten zakbijbeltje in zijn handen… In gedachten ziet hij weer zijn moeder het bijbeltje in haar handtas doen, wanneer zij naar de kerk gingen. Maar ook als zij aan tafel uit Gods Woord lazen… De potloodstreepjes!!! Cor slaat het Bijbeltje eerbiedig open… Zijn ogen worden vochtig als hij leest: ‘Voor mijn zoon Cor: Wij moesten feestvieren en vrolijk zijn, want uw broeder hier was dood en is levend geworden, hij was verloren en is gevonden.’ Van jouw moeder, 23 maart 2014, Rhenen.
Dank je wel Rita. Geweldig dat het jou aanmoedigt te blijven bidden! Bij het schrijven van dit verhaal moest ik denken aan Monica, de moeder van Augustinus.
Dank je wel, Yvonne, voor dit prachtige verhaal!
BeantwoordenVerwijderenNiet met droge ogen kunnen lezen.
Aangemoedigd om te blijven bidden.
💕
Dank je wel Rita. Geweldig dat het jou aanmoedigt te blijven bidden! Bij het schrijven van dit verhaal moest ik denken aan Monica, de moeder van Augustinus.
BeantwoordenVerwijderenDat verhaal reist ook altijd met mij mee, daarom altijd blijven bidden voor hen die Hem nog niet kennen, nooit opgeven!
VerwijderenPrecies!
Verwijderen