Pagina's

Gedichten of gedachten bij 't Woord en soms verhalen...

maandag 30 september 2024

Stervend leven, afgewiste tranen


Stilletjes sta ik bij haar graf. Tranen lopen over mijn wangen. Ik geloofde niet dat u in de hemel zou komen. Dat nog hardop gezegd ook! Maar mama.., u wist wat dit leven was! U leefde voor papa en ons... Hoeveel heeft u van ons moeten verdragen! Pijn vlamt door mijn ziel heen. Ik heb mijn moeder nooit gezegd, hoe dankbaar ik ben voor alles wat zij deed. Juist ook de dingen die mama voor zichzelf ontzei, om ons een pleziertje te gunnen! 

Op vakantie gaan, terwijl we het geld eigenlijk niet hadden. Mijn moeder droeg haar oude kleding dan nog maar wat langer. Of ze nam genoegen met de kleding van haar zussen... Wat een vernedering moet dàt voor haar geweest zijn. Juist omdat zij uit zo'n welgesteld gezin kwam. Dit deed zij voor ons. Oók voor mij, zodat zij ons blij kon maken... 

Als we kleding gingen kopen, liep ik er ongeïnteresseerd bij. Mama werd daar verdrietig van, want zij wilde zo graag dat ik er leuk uit zag en daarover blij was!

En ik? 

Ik was alleen maar boos omdat wij de hele dag winkel in en winkel uit moesten... 

En nu? 

Nu ik zelf een gezin heb met kinderen, begin ik meer en meer te beseffen wat ze heeft moeten doormaken. Wat een pijn moet mijn moeder gehad hebben. Wat een zelfverloochening! Dit heeft zij nóóit in eigen kracht kunnen doen. Moeder zijn, ten koste van zichzelf. ik heb haar als vloermatje gebruikt...

Ze hoorde er gewoon te zijn! Ik word vervuld van bewondering voor haar. 

Wanneer heb ik haar horen klagen? Knap, dat ze dat zo weinig deed... Zij heeft stand gehouden, maar niet door de meeste te willen zijn!

Ik moet denken aan Jezus. Hoe heb ik zo hard kunnen oordelen over jou mama? Hij stierf aan het kruis om voor ons goddelozen te sterven, ja zelfs toen wij nog zwak waren... Hij heeft zichzelf tot het diepst toe vernederd! Wat heb ik dan nog veel te leren... 

'Nee', zeg ik voordat jullie dit gaan vragen,'dit bovenstaande verhaal is niet autobiografisch. Alhoewel er wel herkenbare elementen zijn uit mijn leven. Een denkbeeldig verhaal waarbij ik besef dat ik niet dankbaar genoeg ben geweest aan mijn moeder. Zij is op zeventigjarige leeftijd overleden, toen ik drieëndertig jaar was. Getrouwd en een gezin met vijf jonge kinderen. De oudste was negen jaar en de jongste drie jaar. Een intensieve levensfase waarin ik me te druk voelde om mijn inlevingsvermogen te gebruiken wat betreft het leven van mijn moeder... Mijn vader bleef alleen in zijn appartement achter. We gaven mijn vader regelmatig ons gezelschap in het appartement waar zij samen hadden gewoond. Het was moeilijk wanneer we vertrokken naar ons eigen huis... Of als ik hem belde en de verbinding verbrak. Want hij bleef achter in de pijnlijke stilte van zijn appartement... Herkenbaar? Wees dankbaar voor de tijd die je met jouw moeder en vader hebt op deze aarde. Wat een zegen, wanneer je jouw ouders tot op dit moment hebt! Dan kan je jouw respect en waardering uiten, door er voor hen te zijn als het leven voor hen moeilijker wordt om te leven. God laat Zich zien door onze ouders heen. Geboren uit onze moeder, door de liefde met onze vader, gaf zij ons het leven. Het is zo'n tastbaar beeld van onze God en Vader, Die ons het Leven geeft. Alleen is God almachtig en volmaakt. En dat zijn wij mensen niet. Nee, onze ouders hebben ons niet perfect opgevoed. Maar wel met alle liefde die zij in zich hadden, om ons het beste te geven wat binnen hun mogelijkheden lag.

Daarom spreek ik mijn dank uit aan de HEERE voor de ouders die Hij mij gegeven heeft, met de rouwrand eraan dat ik dit helaas niet meer tegen mijn vader èn mijn moeder kan zeggen. En roep ik een ieder dit leest op: Wees dankbaar en geef jouw ouders het respect, de waardering en zorg die zij verdienen, ondanks de gebreken die zij hebben. Nú kan het nog! Wanneer jij werkelijk jezelf kent, moet dat geen probleem wezen. Toch?

maandag 23 september 2024

Overvloedige genade


Twee weken geleden vierden wij het Heilig Avondmaal in onze kerkelijke gemeente. Zoals gebruikelijk lazen we de week ervoor het eerste gedeelte uit het formulier. Deze woorden raakten mij opnieuw:

Ten derde: laat ieder zijn geweten onderzoeken of hij ook gezind is voortaan met zijn hele leven waarachtige dankbaarheid aan God de Heere te bewijzen en oprecht te wandelen voor Gods aangezicht. En eveneens of hij, terwijl hij van harte alle vijandschap, haat en afgunst aflegt, zonder enig huichelen, een ernstig voornemen heeft voortaan in waarachtige liefde en eensgezindheid met zijn naaste te leven.

Allen dan die zo gezind zijn, wil God zeker in genade aannemen en voor waardige tafelgenoten van Zijn Zoon Jezus Christus houden. Zij die dit getuigenis in hun hart daarentegen niet gevoelen, eten en drinken zichzelf een oordeel [1 Kor. 11:28,29]. Naar het bevel van Christus en de apostel Paulus vermanen wij daarom allen die weten dat zij met de volgende aanstootgevende zonde besmet zijn, zich van de tafel des Heeren te onthouden en wij verkondigen hun dat zij geen deel hebben aan het rijk van Christus. 

Zolang zij aan zulke zonden vasthouden, moeten zij zich onthouden van dit brood en deze wijn, die Christus alleen voor Zijn gelovigen bestemd heeft, opdat hun straf en veroordeling niet des te zwaarder worden.

Hoe sta ik met mijn zonden in dit leven? Hang ik mijn eigen zondige verlangens/lusten/gevoelens aan? Of ga ik hiermee met Geestelijk verstand om? God schonk mij het geloof in vergeving van zonden door het offer door Jezus Christus volbracht. Waar gaat het om in dit aardse leven?

Gedraag ik me daar ook naar? (Be)Keer ik me dagelijks tot Hem? Ik weet niet hoe het voor jou is, maar voor mij is er een dagelijkse strijd tussen mijn oude en nieuwe mens... In Efeze 4: 17 - 32 stimuleert Paulus ons te bekleden met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid(vers 24). Ben ik in staat om alles wat hier beschreven staat te volbrengen? 

Het volgende in het formulier geeft de overvloedige genade en vrede weer, die wij krijgen door het bloed van Jezus:

Maar dit alles wordt ons, geliefde broeders en zusters, niet voorgehouden om de verslagen harten van de gelovigen te ontmoedigen, alsof niemand tot het Avondmaal des Heeren zou mogen gaan dan wie zonder enige zonde is. Want wij komen niet tot dit Avondmaal om daarmee te tonen dat wij in onszelf volkomen en rechtvaardig zijn. Integendeel, omdat wij ons leven buiten onszelf in Jezus Christus zoeken, belijden wij daarmee dat wij midden in de dood liggen.

Wij erkennen dat wij nog vele zonden en gebreken in onszelf aantreffen, namelijk dat wij geen volkomen geloof hebben, en ons er niet toe zetten God met zo’n ijver te dienen als wij behoren te doen, maar dagelijks strijd hebben te voeren met de zwakheid van ons geloof en onze verderfelijke begeerten. Ondanks dit alles, omdat wij door de genade van de Heilige Geest van harte bedroefd zijn over zulke gebreken en wij verlangen tegen ons ongeloof te strijden en naar alle geboden van God te leven, zullen wij er nochtans ten volle van verzekerd zijn dat geen zonde of zwakheid die nog tegen onze wil in ons overgebleven is, ons kan verhinderen dat God ons in genade aanneemt en ons zo deze hemelse spijs en drank waardig en deelachtig maakt. 

Hoe geweldig is dit!

Dan kunnen we net als Paulus in de tweede brief aan de gemeente van God die in Korinthe, zeggen: 
2 Korinthe 12:9 Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.

Jezus verlost ons lichaam van de dood
Ik dank God en maak Hem groot!

Gods zegen gewenst.


maandag 16 september 2024

Onder Zijn vleugels uitkijken naar bergen

Ik ben nogal geneigd mezelf weg te cijferen. Met deze houding probeer ik een ander iets te geven waarvan ik denk, dat het die persoon gelukkig maakt. Zelfs als dit iets van mezelf kost. Teleurgesteld te worden in mijn persoontje, wil ik voorkomen. Maar het voorkomt niet, teleurgesteld te worden in de mensen om mij heen. Hoe krampachtig is dat! Daar wordt je toch doodmoe van...?  

Is dit herkenbaar voor jou?

Voor wie doe ik dat eigenlijk? vraag ik mezelf af. Op wie ben ik gericht? Op de ander of op mezelf? Of is er nog een Ander? 
 
Mijn gedachten gaan naar wat er geschreven staat in
Mattheüs 22 de verzen 37-40:

Het grote gebod
37 Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand.
38. Dit is het eerste en het grote gebod.
39. En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.

Bij het overdenken van mijn 'probleem': 
U zult uw naaste liefhebben als uzelf, constateer ik dat ik veel te veel van mijzelf en andere mensen verwacht... Speel ik 'eigenlijk' niet voor god, wanneer ik me zo gedraag?

Als ik geen God van mezelf maak, hou ik de ander wel voor een god!

Hoe bezorgd moet ik zijn in het voorkomen van pijn en het geven van geluk? Alles van de mens verwachten? Is dat wel mogelijk? Bovendien nodig, wanneer ik alles van God verwacht?

Wat is het advies van Paulus die, nota bene tijdens 
zijn gevangenschap in Rome(Filippenzen 1 vers 7), een bemoedigende brief aan de Filippenzen schreef. In hoofdstuk 4 lees ik: 
6 Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God;
7. en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.

Waarom zou het: U zult uw naaste liefhebben als uzelf ná U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand staan? Wat denk jij?

Is de HEERE niet het allerbelangrijkste!? Wanneer ik de HEERE op deze manier lief heb, zou ik mijn naaste dan niet willen behandelen zoals ik behandeld ben door Hem?

Gods doel voor ons is, Hem eren en dienen. En Hem dienen we door Zijn Evangelie uit te dragen in woord en daad. Nee, ik hoef mezelf niet te verliezen in een ander, door deze persoon koste wat kost te dienen, aardse vrede te bewaren en mezelf aan hem/haar aan te passen voor zijn/haar (en mijn) aardse geluk... Nee, ik heb Hem of haar lief door mezelf te verliezen in Hem. Te doen wat de HEERE wil dat ik doe. Daarmee heb ik mijn naaste lief als mezelf. Ik gun mijn naaste, God als hun Zaligmaker en Vader. Ja toch zeker? Dan wacht hen de eeuwige gelukzaligheid! 

Ja..., op deze aarde strijd met onszelf in relatie tot onszelf en de ander, om te zijn of te komen tot Die Ander... Hoe heerlijk zal dat zijn! Ik kijk ernaar uit. Geen strijd meer. Enkel overvloedige vrede, genade en zaligheid. 

Nu schuilen we nog onder Zijn vleugels(Ps.91:4) en kijken naar de bergen vanwaar Zijn hulp komt(Ps.121:1). 

Maar kijk jij ook uit naar 't tijdstip dat Jezus ons komt halen, om ons te brengen naar die eeuwige gelukzaligheid bij Zijn Vader!?

Een behouden aankomst gewenst! 




Onder Zijn vleugels uitkijken naar bergen

Mezelf verliezen

door

voor 

een ander te kiezen?


Of in mensen 

teleurgesteld?

Tranen opgeweld

maken van grenzen...


Wat wil ik?

Aards geluk?

Het is stuk

ik slik...


Gedachten:

Is het maakbaar?

Een hopeloos gebaar

niets van onszelf verwachten!


Mezelf verliezen

door

voor 

Die Ander te kiezen:


Gods doel met jou en mij

doet wat Hij belooft

Gelooft

Hij maakt van zonden vrij!


Het einde van de strijd

Jezus zal wederkomen

Het overtreft al onze dromen;

die eeuwige gelukzaligheid!