Pagina's

Gedichten of gedachten bij 't Woord en soms verhalen...

dinsdag 3 december 2024

Aan alle gezag onderdanig

Toen ik dit Bijbelgedeelte las, schrok ik en werd opstandig. Ik dacht:

Moet ik ècht altijd gehoorzaam/onderdanig zijn aan mijn ouders(Exodus 20)? De overheid? Aan mijn werkgever? Of kinderen aan hun leerkracht?Wat als zij iets vragen wat totaal onredelijk is? Of tegen Gods Woord ingaat? Ik denk bijvoorbeeld aan betaald werk doen op zondag of aan het dringende advies rondom vaccinaties, zoals bijvoorbeeld (in mijn geval door mijn chronische ziekte) de griepprik  en de coronaprik. En als ik 's Nachts op een snelweg rijdt en de weg bijna verlaten is. Dán mag ik toch wel harder dan de toegestane snelheid? Lijkt het jou niet overdreven en onredelijk van de overheid mij, te beperken? Welk gevaar is er? Voor mijn lichaam bij de prik of een ongeluk bij te hard rijden... Of toch niet??? En dat op zondag werken? Of is dat geen 'punt' meer voor ons?' En de kinderen, die op een school zitten waar ze halloween of sinterklaas vieren? Of de ramadan/suikerfeest?En de leerkracht verwacht van jouw kinderen daaraan meedoen? Zomaar wat praktische vragen, in situaties waarin we in het dagelijkse leven tegenaan kunnen lopen... 

Petrus schrijft tenslotte:

13 Onderwerp u dan omwille van de Heere aan alle menselijke orde, hetzij aan de koning, als hoogste machthebber, 14 hetzij aan de stadhouders, als mensen die door hem gezonden worden tot straf van de kwaaddoeners, maar tot lof van hen die goeddoen.


Als iemand iets van mij vraagt, dat ik met mijn geweten niet kan overeenkomen? Omdat ik geloof dat God, hetgeen van mij gevraagd wordt, verbiedt? Zoals in de tien geboden beschreven staat? 

En staat er niet geschreven in Matteüs 22:

37 Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dit is het eerste en het grote gebod. 39 En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. 40 Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.

Ik las verder in 1Petrus 2:

15 Want zo is het de wil van God, dat u door goed te doen het onverstand van de dwaze mensen de mond snoert;

M.a.w.: Wanneer ik aan mijn naaste goed doe, zal dat mijn naaste 'stil' maken... 

In Mattheüs 5 staat het zo mooi beschreven vanaf vers 13. Wij zijn het zout van de aarde en het licht op de kandelaar...

Maar ook:

Spreuken 25:

21 Als iemand die u haat, hongerlijdt, geef hem brood te eten,

en als hij dorstig is, geef hem water te drinken, 22 want zo zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen, en de HEERE zal het u vergelden.

Ditzelfde staat geschreven in:

Romeinen 12

20 Als dan uw vijand honger heeft, geef hem te eten, als hij dorst heeft, geef hem te drinken, want door dat te doen, zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen. 21 Word niet overwonnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.

Bovenstaande wordt heel helder uitgelegd op deze site: https://goedbericht.nl/rubriek/romeinen-1220-vurige-kolen-op-het-hoofd-stapelen/

En bestudeer ik dit gedeelte van dit tweede hoofdstuk van Petrus' brief verder, dan staat daar in 't laatste gedeelte van vers 16: maar als dienstknechten van God. En in vers 17 bijna aan het einde: vrees God...

Zoals in het gedicht hieraan voorgaande was de kern:

Een voorbeeld te zijn voor de heidenen en welk gevolg dat heeft ín de heidenen... 

Dit Bijbelgedeelte leert mij dat ik, die een dienstknecht van God ben, Hem 'moet' vrezen. God vrezen betekent: Een diep ontzag hebben voor God. Het is je 'bevend' verheugen over de genade van een heilig God. Dit wil je toch, wanneer je bedenkt wat God de Vader en Zijn Zoon voor ons overgehad hebben? De Vader Die Zijn Zoon heeft overgegeven voor onze zonden? En zijn Zoon deed dit vrijwillig voor Zijn Vader, om Zijn schepselen weer tot Zijn Vader te brengen. Gereinigd van zonden!

Daarom vrees* ik God van harte. En dat doe ik (met lek en gebrek...) mede door onderdanig te zijn aan het gezag, door de HEERE aan mij gegeven. Maar..., nooit ten koste van de eer van mijn Heer! 

Aan alle gezag onderdanig


Woorden wekken

Goede voorbeelden trekken

Dán worden dwaze mensen stil...

Onderwerp jij je om 's Heeren wil,

aan 't van God gegeven menselijk gezag,

die kwaaddoeners straffen mag?


Ben ik Gods dienstknecht?

Doe ik in die vrijheid goed... of slecht?

Als koningen mij verkeerd behandelen,

mag ik dan foute paden bewandelen...?

Laat ik onderdanig aan hun gezag,

de HEERE gehoorzamen in mijn gedrag!


N.a.v. 1 Petrus 2: 13 - 18

Een opbouwende reactie maakt mij blij. Maar belangrijker vind ik dat je de Bijbel onderzoekt op wat ik schrijf betrouwbaar is, en je daarmee de dag verder ingaat... 

*https://www.refoweb.nl/vragenrubriek/28523/de-vreze-des-heeren

https://www.derekprince.nl/bijbelstudies/de-vreze-des-heren-een-levensstijl-1/

Volgende gedicht in deze serie: Leven naar de wil van God

Vorige gedicht in deze serie: Een voorbeeld voor de heidenen



donderdag 7 november 2024

Een buik vol tranen


   
Afgelopen zaterdag lag er geheel onverwacht een rouwkaart in onze brievenbus. Ik ben nu druk het verlies aan het verwerken. Alles wat we samen meegemaakt hebben op en naast ons werk toen we een jaar of twintig jaar waren.

De gang van ons leven maakte dat we op een wat grotere afstand kwamen te staan. Als eerste ging ik trouwen. Zij maakte de foto's tijdens de receptie, want fotograferen kon zij goed! Daarna trouwde zij. Het contact bleef. Zo af en toe zagen we elkaar, vaker belden we. Tot wij ging verhuizen naar de Flevopolder. We hebben elkaar nooit meer gezien, wèl gesproken, via de telefoon. Het was goed en gezellig. 

Heel veel gedachten gaan er door mijn hoofd. Achteraf denk ik:

Ik had naar haar toe moeten gaan! Zeker na haar herseninfarct en de boodschap dat zij kanker had... Er méér voor haar moeten zijn.

Maar..., de telefoontjes bleven. En als ik belde? Was het altijd:

'Hoi..., met Bettina...'

De gesprekken die we hadden... Zij leed aan het leven en tóch had zij belangstelling en liefde voor de ander. We herkenden veel bij elkaar... 

Dát maakte ons contact zo waardevol. 

Ik zal haar missen, alhoewel ik mij nu nu na de begrafenis wel afvraag:

De waarde die ik aan onze relatie hecht, was die een realiteit? Hoe ga ik met andere relaties om? Wat wil God mij hiermee leren? 

Het laatste telefoongesprek dat we hadden, nog maar een paar weken geleden. Zij en ook ik wist niet dat ze zo ernstig ziek was, dat haar dood naderde.  In vroeg haar:
'Ik zou je graag een keertje naar je toe komen.'
'Nu niet, ik heb nu niet zoveel energie. Als ik me beter voel...' was haar antwoord.

Ik had naar haar toe moeten gaan! Zeker na haar herseninfarct en de boodschap dat zij kanker had... Er méér voor haar moeten zijn.

Tijdens de begrafenis sprak ik een begeleidster van mijn vriendin. Een week voor haar overlijden vroeg zij:
'Zullen we op gaan schrijven hoe je zou willen dat alles gaat, wanneer je er niet meer bent?'
Haar typische antwoord kwam:
'Als ik me weer wat beter voel...'
Dat moment is echter nooit gekomen. Wel schreef zij, tot tweemaal toe, in haar gedachten/gedichtenboekje dat prachtige gedicht:

Voetstappen in het zand...

Ik droomde eens en zie
ik liep aan 't strand bij lage tij.
Ik was daar niet alleen,
want ook de Heer liep aan mijn zij.

We liepen samen het leven door,
en lieten in het zand,
een spoor van stappen; twee aan twee,
de Heer liep aan mijn hand.

Ik stopte en keek achter mij,
en zag mijn levensloop,
in tijden van geluk en vreugde,
van diepe smart en hoop.

Maar als ik het spoor goed bekeek,
zag ik langs heel de baan,
daar waar het juist het moeilijkst was,
maar één paar stappen staan.

Ik zei toen "Heer waarom dan toch?
Juist toen ik U nodig had,
juist toen ik zelf geen uitkomst zag,
op het zwaarste deel van mijn pad..."

De Heer keek toen vol liefde mij aan,
en antwoordde op mijn vragen;
"Mijn lieve kind, toen het moeilijk was,
toen heb ik jou gedragen..."

Is mijn verdriet misschien om haar overlijden, gemengd met schuldgevoelens? 

Ik mag weten dat zij rust  en vrede heeft. Zoals haar familie op de kaart schreef:
De laatste trap op, tree voor tree
maar Jezus ging steeds met haar mee
En toen zij Hem om hulp moest vragen
heeft Hij haar 't laatste stuk gedragen
Hij droeg haar in Zijn Heerlijkheid
waar niemand huilt, waar niemand lijdt
Daar kan zij zingen zonder pijn;
" 'k Zal dan gedurig bij U zijn"


Ik ben dankbaar dat ik Bettina heb mogen kennen. En ga het gemis en haar overlijden op mijn aardse weg verwerken, in dankbaarheid dat zij in haar bange nood troost mocht vinden bij God.





maandag 21 oktober 2024

Hoop op de komende heerlijkheid

 

Gisteren kregen we 's morgens een preek uit Romeinen 8 vers 14 tot en met 27, met als thema: 

Er is hoop!

De predikant behandelde het Schriftgedeelte uit Romeinen 8. Wij putten kracht uit de hoop die zeker is, door de opstanding uit de doden van Jezus Christus.

Leeft de Geest van Christus al in ons?

Dan zijn wij kinderen van God en zijn
 mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden...(vers 17)
De predikant legde dit uit aan de hand van een ouderwetse weegschaal. Ons lijden laat het schaaltje van de weegschaal helemaal naar beneden zakken. Maar..., wanneer we de Bijbel in 't andere schaaltje leggen dan zakt de weegschaal helemaal naar de andere kant door. Als we in de Bijbel de belofte van God, van een nieuwe hemel en aarde, zullen zien dóór geloof in de HEERE Jezus Christus, dan zal deze weer doorslaan naar de andere kant. En zodrá de nieuwe hemel en aarde is aangebroken, zijn we al de moeilijke dingen en als ons lijden vergeten... Denk hierbij aan vers 18:
Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden.

Put jij, net als ik, kracht en hoop, uit déze belofte? Ondanks alle moeilijkheden, zorgen en lijden op deze oude aarde? Het is een zekerheid, want God doet altijd wat Hij belooft!

Deze zondagmiddag kregen we een moeilijk bericht te horen. De preek resoneerde nog in mijn hoofd.

En toen we 's avonds naar de kerk gingen kregen we van de HEERE een nieuwe bemoediging tot ons uit 2Koningen 6 vers 1 tot en met 23. Het thema was:

Vertrouw op God en Hij zal met je zijn.

'Soms', zei de predikant, 'weet je gewoon niet meer wat je ermee moet, met alles wat op je afkomt... Op macro-, meso- of micro-niveau... En op micro-niveau was er vanmiddag heel wat op ons afgekomen!

De dienaar van Elisa de stad omringd door een leger van paarden en strijdwagens. Daarom vroeg hij Elisa(Vers 15):
'Ach mijn heer! Wat moeten we doen?'
En welk antwoord gaf zij heer?(vers 16):

Hij zei: 'Wees niet bevreesd, want die bij ons zijn, zijn méér dan die bij hen zijn'.

Zo zag en zie ik mezelf ook omringd door paarden en strijdwagens en ik vraag:
'Ach mijn Heer! Wat moet ik doen?'

En de Heer antwoordt:
'Wees niet bevreesd, want die bij ons zijn, zijn méér dan die bij hen zijn'.

Er is een vaste en zekere hoop in Jezus Christus, die door Zijn Geest in mij woont en bij Zijn Vader bidt voor Zijn kinderen. Voor jou en óók voor mij!
Hoe héérlijk zal ons leven zijn op de  nieuwe hemel en aarde! 


Jij gaat vertrouwend op Gods belofte met de zekere hoop die in Hem is, toch ook mee!?

P.s.: Mocht je de betreffende preken willen beluisteren? 

donderdag 17 oktober 2024

Een voorbeeld voor de heidenen


Deze twee verzen uit 1Petrus 2 kwamen bij mij binnen... Het bevestigde voor mij hoe belangrijk het goede doen is. Hoe belangrijk het is Gods geboden te houden. Omdat je daarmee laat zien wat een heerlijk groot God, God is. Bovendien laat je zien dat je je naaste lief hebt als jezelf. Tenminste... Wanneer je het met liefde doet, zoals beschreven in 1Korinthe 13. Dat is niet alleen tot eer van de HEERE, maar het maakt óók dat de heidenen wellicht tot bekering komen. In de verklaring van Matthew Henry stonden dit Bijbelgedeelte op deze wijze uitgelegd: Hij spoort het verder aan tot een eerlijke omgang met andere mensen. Zij woonden te midden van de heidenen, mensen die hun gezworen vijanden waren en voortdurend kwaad van hen spraken en het afschilderden als kwaaddoeners. Een goede omgang met anderen zal hun niet alleen de mond snoeren, maar hen er misschien ook wel toe brengen God te verheerlijken en zich bij u te voegen als zij zien dat u uitmunt in goede werken. Verdedig u door het doen van goede werken, dat is de manier om hen te overtuigen. Wanneer het Evangelie onder hen gebracht wordt, dan zal uw goede handel en wandel hen helpen bij hun bekering, maar een slechte wandel zal haar tegenhouden.

Wat een verantwoordelijkheid hebben wij christenen op onze schouders... Dit kunnen we alleen in de afhankelijkheid van onze Heere door de werking van Zijn Heilige Geest. Daarom is het ook cruciaal om Gods Woord dagelijks te lezen en ons op te laten roepen tot gehoorzaamheid, zoals Petrus hier doet! Denk aan Spreuken 14:28 In een talrijk volk ligt de glorie van een koning, maar in gebrek aan volk ligt de ondergang van een machthebber. Wanneer heidenen tot bekering komen en gaan geloven dat de Heere hun schepper en Zaligmaker is, dan breidt Zijn volk zich uit en wordt Zijn glorie des te groter. Laten we daarom in afhankelijkheid van Hem, op Zijn weg gaan tot meerdere eer en glorie van Zijn grote Naam! Praktisch gehoorzamend aan de opdracht die de Heere Jezus gaf aan Zijn discipelen: Mattheüs 28:19 Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. Een voorbeeld voor de heidenen Ga dan heen
en wees als een levende steen Petrus roept geliefden op een voorbeeld te zijn: 'Strijd tegen zonden en houd jouw ziel rein!' Aardse bijwoners en vreemdelingen willen wij de HEERE de lof toezingen? HEERE, dat de zonde in mijn leven niet woedt... Is mijn levenswandel onder heidenen goed? Opdat zij Gods werk zullen zien! En de verheerlijking die ik niet verdien, in dankbaarheid aan Hem zullen geven, bij 't zien van Gods genade in hun leven!
Heidenen luisterend naar een levende steen
N.a.v. 1Petrus 2: 11, 12
Een vervolg kan je vinden: Aan alle gezag onderdanig
Vorige gedicht en overdenking kan je vinden: De levende steen en het heilige volk



dinsdag 15 oktober 2024

Ons mam


Op zondag 13 oktober 2024 dacht ik terug aan diezelfde zondag, alleen dan 22 jaar eerder.
Op zondagmorgen 13 oktober 2002 rinkelde de telefoon. Het moet een uur of vijf geweest zijn.
'Je moet nu naar mama komen, het gaat niet lang meer duren...'

Het staat in mijn geheugen gegrift. Met een lijf vol spanning en een voet op de gaspedaal die ik dieper in wilde trappen dan verantwoord was, reed ik naar het verzorgingshuis waar mijn vader en broer al aanwezig waren. Op die zondagmorgen, 22 jaar geleden, overleed mijn moeder terwijl ik haar hand vasthield en streelde. Mijn vader en broer hadden een klein moment de kamer verlaten terwijl zij haar laatste adem uitblies. Voor het eerst maakte ik mee dat iemand die ik liefhad, het tijdelijke met eeuwige inwisselde... Het voelde onwerkelijk en ongrijpbaar... Twee keer zijn wij haar verloren. Om het voor jullie lezers begrijpelijk te houden noem ik het 'dementie', omdat haar ziekte dezelfde symptomen had. Het proces verliep echter veel sneller. Eind mei 2002 gediagnostiseerd en 13 oktober 2002 eraan overleden.

Het is al 22 jaar geleden en een realiteit. Toch blijft het onwerkelijk en ongrijpbaar wanneer ik het bovenstaande overdenk... In mijn gedachten leeft ons mam voort, wanneer we herinneringen ophalen.
Haar volhardende liefde voor ons, om binnen haar mogelijkheden ons het beste te willen geven. Ook al waren wij het daar lang niet altijd mee eens... De ruzies om de afwas die gedaan moest worden. Het elektrische fornuisje, speciaal voor kinderen, waar wij eten op mochten koken en/of bakken, waarbij zij het ALTIJD lekker vond
😅. De sinterklaas, waarvan zij samen met mijn vader één groot feest maakte. Bij elk kadootje een prachtig gedicht en ze lette goed op, dat geen van ons, lang moest wachten op een kadootje uit de vuilniszak. Een vuilniszak die met luid gebons door zwarte piet voor de deur was gezet. 'Toevallig', wanneer mijn moeder naar de wc was gegaan... Mijn moeder was een kleuterjuf in hart en
nieren en ze leefde zich daarin bij onze opvoeding, en zeker bij dit 'feest', zich van harte uit. Toen zij kleinkinderen kreeg, genoot zij daar intens van. Oma Tiel gaf éérst de kleintjes aandacht, daarna hun papa en mama. En praten met de groten? Daar had ze weinig tijd voor, want de kleintjes wilden een spelletjes doen of voorgelezen worden...
😁

Het samen warme chocolademelk maken in de koude wintermaanden, is mijn meest warme en intieme herinnering met mijn moeder, die zonder woorden duidelijk liet merken dat ze het waardeerde dat ik haar hielp. Want tot mijn schaamte moet ik bekennen dat ik in mijn jeugd niet zo behulpzaam was. Zelfs mijn eigen slaapkamer ruimde ik zelden op en moest mijn moeder mij daaraan met grote regelmaat herinneren. Ze zwaaide me uit wanneer ik naar voortgezet onderwijs ging. Soms teleurgesteld, omdat haar 'zonnetje' weer eens vergat terug te zwaaien.

Dierbare, mooie en soms pijnlijke herinneringen blijven levend aan mijn introverte moeder die ons, met lek en gebrek, zó onvoorwaardelijk liefhad! Zoveel meer dan ik hier kan vertellen... Hoe ouder ik wordt hoe meer ik besef, met hoeveel liefde mijn moeder (en vader!) ons hebben geprobeerd op te voeden tot 'fatsoenlijke' mensen. Respect voor hoe zij dit in de gegeven omstandigheden hebben gedaan, tezamen met hun eigen opvoeding/verleden. Hoeveel pijn zal hen 't soms gedaan hebben, toen ik niet in hun sporen liep. Zij hebben mij mede gemaakt tot wie ik ben. En daar ben ik hen dankbaar voor. Nee, mijn moeder was niet perfect, maar zij hield onvoorwaardelijk veel van ons!

Mijn schoonmoeder mogen we nog in ons midden hebben. Met dankbaarheid gaan we elke week naar haar toe. De boekhouder in mij(cijfertjes zijn een familietrekje in onze familie. Mijn opa was accountant, mijn tantes en zus. En nu ook de zoon van mijn broer🙃🙂), zag opeens: 22 jaar geleden is mijn moeder overleden, toen ik 33 jaar oud was. Mijn schoonmoeder is op dit moment 33 jaar ouder dan dat ik het nu ben... Zomaar een weetje😉. Binnen onze mogelijkheden zullen we haar de liefde en dankbaarheid blijven geven zolang zij nog bij ons is. Nu kan het nog!

Hieraan gerelateerd kan je lezen:

woensdag 9 oktober 2024

De levende steen en het heilige volk



In de kerk wordt ik regelmatig opgeroepen om te geloven in het verzoeningswerk van Jezus Christus. Eens keerde ik mij om en hief mijn ogen in geloof op Hem en dat gaf, en geeft nog steeds, troost. Waar ik me persoonlijk tegenwoordig erg over verbaas is, dat ik in de kerk zo weinig opgeroepen word tot dagelijkse bekering, terwijl ik dat zó hard nodig heb. Daarmee bedoel ik bemoedigd, gemotiveerd en gestimuleerd te worden om mij in mijn dagelijkse handel en wandel te keren tot het navolgen van Christus, zoals Hij gezegd heeft in Mattheüs 22 vanaf vers 34:
Het grote gebod
37. Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38. Dit is het eerste en het grote gebod. 39. En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. 40. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten.

Of luister ik niet goed? Ben ik misschien "Oost-Indisch" doof? Oftewel: wil ik het niet horen omdat het mij niet uitkomt? Wil ik niet gemotiveerd worden? Zijn die woorden van Zijn liefdes geboden, een steen des aanstoots voor mij? Dát is een vraag die ik voor mezelf moet beantwoorden... En een ieder van ons.

Paulus beschrijft herkenbaar mijn leven in Romeinen 7.
Romeinen 7:15 Wat ik namelijk teweegbreng, doorzie ik niet, want niet wat ik wil, dat doe ik, maar wat ik haat, dat doe ik.
16. En als ik dat doe wat ik niet wil, val ik de wet bij dat zij goed is.

Gelukkig mag ik mij dankbaar vasthouden aan de levende Steen, hèt fundament van mijn leven. Jij doet dat toch ook?
Romeinen 7: 24. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood?
25. Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere.
26. Zo dien ik dan zelf wel met het verstand de wet van God, maar met het vlees de wet van de zonde.

Geloof in de HEERE Jezus Christus tot verzoening van zonden kan je niet los zien van bekering tot Hem. We kunnen het niet uitelkaar trekken. Er hoort echter wel een dagelijkse bekering bij. Tenslotte wordt aan de vruchten de boom herkent. Ja toch zeker...!?😉
Lukas 6:43 Want er is geen goede boom die slechte vrucht voortbrengt, en geen slechte boom die goede vrucht voortbrengt.

Mijn gebed is aan de HEERE, om ons allen, door Zijn Geest, g
ehoorzaam aan Jezus' woorden te maken in onze handel en wandel. Opdat wij die levende stenen zijn waarmee God aan Zijn geestelijk koninkrijk bouwt...

Gods overvloedige genade en vrede toegewenst!

De levende steen en het heilige volk

Jezus, door mensen verworpen en verstoten heeft Zijn bloed voor Vaders schepselen vergoten Heeft met Zijn wederopstanding de dood bezworen Bij God was Hij kostbaar en daartoe uitverkoren Is Hij onze levende hoeksteen en dus fundament? Dat je in ontferming bij Zijn volk aangenomen bent? Geroepen tot het wonderbaar licht ogen biddend gevestigd op Zijn aangezicht? Een geslacht heilig en uitverkoren Verlang ik vurig Zijn Woord te horen? Geproefd aan Gods goedertierenheid? Tot groeien in ‘t heilig leven bereid? Jezus is levend, kostbaar en uitverkoren Wij zijn door Zijn Heilige Geest wedergeboren tot een levende steen om op Hem te vertrouwen Zo is God Zijn geestelijk koninkrijk aan ‘t bouwen! N.a.v. 1Petrus 2: 1 -10

Volgende gedicht in deze serie over de eerste brief van Petrus: Een voorbeeld voor de heidenen

Vorige gedicht in deze serie over de eerste brief van Petrus: Heiligheid en broederliefde Een reactie vind ik fijn, maar dat je het gelezen en overdacht hebt, vele malen waardevoller! Dus voel je niet verplicht.😉


maandag 30 september 2024

Stervend leven, afgewiste tranen


Stilletjes sta ik bij haar graf. Tranen lopen over mijn wangen. Ik geloofde niet dat u in de hemel zou komen. Dat nog hardop gezegd ook! Maar mama.., u wist wat dit leven was! U leefde voor papa en ons... Hoeveel heeft u van ons moeten verdragen! Pijn vlamt door mijn ziel heen. Ik heb mijn moeder nooit gezegd, hoe dankbaar ik ben voor alles wat zij deed. Juist ook de dingen die mama voor zichzelf ontzei, om ons een pleziertje te gunnen! 

Op vakantie gaan, terwijl we het geld eigenlijk niet hadden. Mijn moeder droeg haar oude kleding dan nog maar wat langer. Of ze nam genoegen met de kleding van haar zussen... Wat een vernedering moet dàt voor haar geweest zijn. Juist omdat zij uit zo'n welgesteld gezin kwam. Dit deed zij voor ons. Oók voor mij, zodat zij ons blij kon maken... 

Als we kleding gingen kopen, liep ik er ongeïnteresseerd bij. Mama werd daar verdrietig van, want zij wilde zo graag dat ik er leuk uit zag en daarover blij was!

En ik? 

Ik was alleen maar boos omdat wij de hele dag winkel in en winkel uit moesten... 

En nu? 

Nu ik zelf een gezin heb met kinderen, begin ik meer en meer te beseffen wat ze heeft moeten doormaken. Wat een pijn moet mijn moeder gehad hebben. Wat een zelfverloochening! Dit heeft zij nóóit in eigen kracht kunnen doen. Moeder zijn, ten koste van zichzelf. ik heb haar als vloermatje gebruikt...

Ze hoorde er gewoon te zijn! Ik word vervuld van bewondering voor haar. 

Wanneer heb ik haar horen klagen? Knap, dat ze dat zo weinig deed... Zij heeft stand gehouden, maar niet door de meeste te willen zijn!

Ik moet denken aan Jezus. Hoe heb ik zo hard kunnen oordelen over jou mama? Hij stierf aan het kruis om voor ons goddelozen te sterven, ja zelfs toen wij nog zwak waren... Hij heeft zichzelf tot het diepst toe vernederd! Wat heb ik dan nog veel te leren... 

'Nee', zeg ik voordat jullie dit gaan vragen,'dit bovenstaande verhaal is niet autobiografisch. Alhoewel er wel herkenbare elementen zijn uit mijn leven. Een denkbeeldig verhaal waarbij ik besef dat ik niet dankbaar genoeg ben geweest aan mijn moeder. Zij is op zeventigjarige leeftijd overleden, toen ik drieëndertig jaar was. Getrouwd en een gezin met vijf jonge kinderen. De oudste was negen jaar en de jongste drie jaar. Een intensieve levensfase waarin ik me te druk voelde om mijn inlevingsvermogen te gebruiken wat betreft het leven van mijn moeder... Mijn vader bleef alleen in zijn appartement achter. We gaven mijn vader regelmatig ons gezelschap in het appartement waar zij samen hadden gewoond. Het was moeilijk wanneer we vertrokken naar ons eigen huis... Of als ik hem belde en de verbinding verbrak. Want hij bleef achter in de pijnlijke stilte van zijn appartement... Herkenbaar? Wees dankbaar voor de tijd die je met jouw moeder en vader hebt op deze aarde. Wat een zegen, wanneer je jouw ouders tot op dit moment hebt! Dan kan je jouw respect en waardering uiten, door er voor hen te zijn als het leven voor hen moeilijker wordt om te leven. God laat Zich zien door onze ouders heen. Geboren uit onze moeder, door de liefde met onze vader, gaf zij ons het leven. Het is zo'n tastbaar beeld van onze God en Vader, Die ons het Leven geeft. Alleen is God almachtig en volmaakt. En dat zijn wij mensen niet. Nee, onze ouders hebben ons niet perfect opgevoed. Maar wel met alle liefde die zij in zich hadden, om ons het beste te geven wat binnen hun mogelijkheden lag.

Daarom spreek ik mijn dank uit aan de HEERE voor de ouders die Hij mij gegeven heeft, met de rouwrand eraan dat ik dit helaas niet meer tegen mijn vader èn mijn moeder kan zeggen. En roep ik een ieder dit leest op: Wees dankbaar en geef jouw ouders het respect, de waardering en zorg die zij verdienen, ondanks de gebreken die zij hebben. Nú kan het nog! Wanneer jij werkelijk jezelf kent, moet dat geen probleem wezen. Toch?

maandag 23 september 2024

Overvloedige genade


Twee weken geleden vierden wij het Heilig Avondmaal in onze kerkelijke gemeente. Zoals gebruikelijk lazen we de week ervoor het eerste gedeelte uit het formulier. Deze woorden raakten mij opnieuw:

Ten derde: laat ieder zijn geweten onderzoeken of hij ook gezind is voortaan met zijn hele leven waarachtige dankbaarheid aan God de Heere te bewijzen en oprecht te wandelen voor Gods aangezicht. En eveneens of hij, terwijl hij van harte alle vijandschap, haat en afgunst aflegt, zonder enig huichelen, een ernstig voornemen heeft voortaan in waarachtige liefde en eensgezindheid met zijn naaste te leven.

Allen dan die zo gezind zijn, wil God zeker in genade aannemen en voor waardige tafelgenoten van Zijn Zoon Jezus Christus houden. Zij die dit getuigenis in hun hart daarentegen niet gevoelen, eten en drinken zichzelf een oordeel [1 Kor. 11:28,29]. Naar het bevel van Christus en de apostel Paulus vermanen wij daarom allen die weten dat zij met de volgende aanstootgevende zonde besmet zijn, zich van de tafel des Heeren te onthouden en wij verkondigen hun dat zij geen deel hebben aan het rijk van Christus. 

Zolang zij aan zulke zonden vasthouden, moeten zij zich onthouden van dit brood en deze wijn, die Christus alleen voor Zijn gelovigen bestemd heeft, opdat hun straf en veroordeling niet des te zwaarder worden.

Hoe sta ik met mijn zonden in dit leven? Hang ik mijn eigen zondige verlangens/lusten/gevoelens aan? Of ga ik hiermee met Geestelijk verstand om? God schonk mij het geloof in vergeving van zonden door het offer door Jezus Christus volbracht. Waar gaat het om in dit aardse leven?

Gedraag ik me daar ook naar? (Be)Keer ik me dagelijks tot Hem? Ik weet niet hoe het voor jou is, maar voor mij is er een dagelijkse strijd tussen mijn oude en nieuwe mens... In Efeze 4: 17 - 32 stimuleert Paulus ons te bekleden met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid(vers 24). Ben ik in staat om alles wat hier beschreven staat te volbrengen? 

Het volgende in het formulier geeft de overvloedige genade en vrede weer, die wij krijgen door het bloed van Jezus:

Maar dit alles wordt ons, geliefde broeders en zusters, niet voorgehouden om de verslagen harten van de gelovigen te ontmoedigen, alsof niemand tot het Avondmaal des Heeren zou mogen gaan dan wie zonder enige zonde is. Want wij komen niet tot dit Avondmaal om daarmee te tonen dat wij in onszelf volkomen en rechtvaardig zijn. Integendeel, omdat wij ons leven buiten onszelf in Jezus Christus zoeken, belijden wij daarmee dat wij midden in de dood liggen.

Wij erkennen dat wij nog vele zonden en gebreken in onszelf aantreffen, namelijk dat wij geen volkomen geloof hebben, en ons er niet toe zetten God met zo’n ijver te dienen als wij behoren te doen, maar dagelijks strijd hebben te voeren met de zwakheid van ons geloof en onze verderfelijke begeerten. Ondanks dit alles, omdat wij door de genade van de Heilige Geest van harte bedroefd zijn over zulke gebreken en wij verlangen tegen ons ongeloof te strijden en naar alle geboden van God te leven, zullen wij er nochtans ten volle van verzekerd zijn dat geen zonde of zwakheid die nog tegen onze wil in ons overgebleven is, ons kan verhinderen dat God ons in genade aanneemt en ons zo deze hemelse spijs en drank waardig en deelachtig maakt. 

Hoe geweldig is dit!

Dan kunnen we net als Paulus in de tweede brief aan de gemeente van God die in Korinthe, zeggen: 
2 Korinthe 12:9 Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.

Jezus verlost ons lichaam van de dood
Ik dank God en maak Hem groot!

Gods zegen gewenst.


maandag 16 september 2024

Onder Zijn vleugels uitkijken naar bergen

Ik ben nogal geneigd mezelf weg te cijferen. Met deze houding probeer ik een ander iets te geven waarvan ik denk, dat het die persoon gelukkig maakt. Zelfs als dit iets van mezelf kost. Teleurgesteld te worden in mijn persoontje, wil ik voorkomen. Maar het voorkomt niet, teleurgesteld te worden in de mensen om mij heen. Hoe krampachtig is dat! Daar wordt je toch doodmoe van...?  

Is dit herkenbaar voor jou?

Voor wie doe ik dat eigenlijk? vraag ik mezelf af. Op wie ben ik gericht? Op de ander of op mezelf? Of is er nog een Ander? 
 
Mijn gedachten gaan naar wat er geschreven staat in
Mattheüs 22 de verzen 37-40:

Het grote gebod
37 Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand.
38. Dit is het eerste en het grote gebod.
39. En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.

Bij het overdenken van mijn 'probleem': 
U zult uw naaste liefhebben als uzelf, constateer ik dat ik veel te veel van mijzelf en andere mensen verwacht... Speel ik 'eigenlijk' niet voor god, wanneer ik me zo gedraag?

Als ik geen God van mezelf maak, hou ik de ander wel voor een god!

Hoe bezorgd moet ik zijn in het voorkomen van pijn en het geven van geluk? Alles van de mens verwachten? Is dat wel mogelijk? Bovendien nodig, wanneer ik alles van God verwacht?

Wat is het advies van Paulus die, nota bene tijdens 
zijn gevangenschap in Rome(Filippenzen 1 vers 7), een bemoedigende brief aan de Filippenzen schreef. In hoofdstuk 4 lees ik: 
6 Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God;
7. en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.

Waarom zou het: U zult uw naaste liefhebben als uzelf ná U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand staan? Wat denk jij?

Is de HEERE niet het allerbelangrijkste!? Wanneer ik de HEERE op deze manier lief heb, zou ik mijn naaste dan niet willen behandelen zoals ik behandeld ben door Hem?

Gods doel voor ons is, Hem eren en dienen. En Hem dienen we door Zijn Evangelie uit te dragen in woord en daad. Nee, ik hoef mezelf niet te verliezen in een ander, door deze persoon koste wat kost te dienen, aardse vrede te bewaren en mezelf aan hem/haar aan te passen voor zijn/haar (en mijn) aardse geluk... Nee, ik heb Hem of haar lief door mezelf te verliezen in Hem. Te doen wat de HEERE wil dat ik doe. Daarmee heb ik mijn naaste lief als mezelf. Ik gun mijn naaste, God als hun Zaligmaker en Vader. Ja toch zeker? Dan wacht hen de eeuwige gelukzaligheid! 

Ja..., op deze aarde strijd met onszelf in relatie tot onszelf en de ander, om te zijn of te komen tot Die Ander... Hoe heerlijk zal dat zijn! Ik kijk ernaar uit. Geen strijd meer. Enkel overvloedige vrede, genade en zaligheid. 

Nu schuilen we nog onder Zijn vleugels(Ps.91:4) en kijken naar de bergen vanwaar Zijn hulp komt(Ps.121:1). 

Maar kijk jij ook uit naar 't tijdstip dat Jezus ons komt halen, om ons te brengen naar die eeuwige gelukzaligheid bij Zijn Vader!?

Een behouden aankomst gewenst! 




Onder Zijn vleugels uitkijken naar bergen

Mezelf verliezen

door

voor 

een ander te kiezen?


Of in mensen 

teleurgesteld?

Tranen opgeweld

maken van grenzen...


Wat wil ik?

Aards geluk?

Het is stuk

ik slik...


Gedachten:

Is het maakbaar?

Een hopeloos gebaar

niets van onszelf verwachten!


Mezelf verliezen

door

voor 

Die Ander te kiezen:


Gods doel met jou en mij

doet wat Hij belooft

Gelooft

Hij maakt van zonden vrij!


Het einde van de strijd

Jezus zal wederkomen

Het overtreft al onze dromen;

die eeuwige gelukzaligheid!