een hart zo koud als ijs… Haar gezicht stug en strak en de muur om haar hart leek onbreekbaar…
De koude wind blaast hard en snijdend en doortrekt haar hele lichaam. Haar gezicht voelt al snel koud en stijf aan. Witte schuimkoppen staan er op de
Het vleesgeworden Woord: In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is. In het Woord was het leven en het leven was het licht van de mensen. Johannes 1: 1-4
(Gods Eniggeboren Zoon)
God schiep hemel, aarde, dieren, jou en mij.
Zijn liefde in Zijn schepping proefden wij!
Wij waren gelukkig en leefden tot Zijn eer,
in de hof van onze Schepper en Heer....
Tot de mens luisterde naar de slang.
We deden het kwade en werden bang!
Daardoor eerden wij onze HEER...,
niet meer...
Aten we nu van de boom van het leven?
Bleef ons levenspad met zonden verweven,
en was 't doel van mensen eeuwig stuk.Prijs de HEERE, Hij beoogt ons geluk!Daarom zette Hij ons uit de hof van Eden,
Nóg was de Schepper niet tevreden....
Stuurde zonder dat een mens erom vroeg,
Jezus, Die onze zonden wegdroeg.
Vrijwillig met zó'n zondig voorgeslacht! Door de Geest uit Maria voortgebracht...
In geloof van Gods Eniggeboren Zoon,
wast Hij jou en mij van zonden schoon.
Is Jezus onze Verlosser en Koning?
Gelukkig zijn we straks, in Zijn hemelwoning...
En onze Schepper, Zaligmaker en Heer?
Herkrijgt eeuwig Zijn rechtmatige eer!
P.S.: Heb je vragen en/of een kritische noot? Een reactie hoor ik graag!
Johannes werd naar Patmos verbannen.
En hij kreeg toen
op de dag des HEEREN een visioen.
Waarin God tot hem kwam,
Zijn ogen waren als een vuurvlam.
Een tweesnijdend zwaard uit Zijn mond,
en met zeven sterren stond
Hij daar in Zijn rechterhand.
Johannes werd door emoties overmand...
Zoals de zon schijnt in haar kracht,
zo schitterde Jezus' gezicht in ál Zijn pracht!
Johannes viel als dood aan de voeten van Hem,
als van vele wateren klonk Zijn stem:
"Ik ben de Levende, al ben ik dood geweest,
de Eerste en de Laatste, wees niet bevreesd,
Ik ben levend tot in eeuwigheid. Amen.
De sleutels van 't dodenrijk heb ik samen,
met die van de dood zelf, in Mijn bezit."
zegt de Eerstgeborene uit de doden, Die voor ons bidt.
"Nu jij op Patmos verblijft,
wil Ik dat jij ál Mijn woorden opschrijft,
tot vertroosting en bemoediging.
Want Mijn volk leeft in verdrukking..."
Ervaren we in onze tijd,
veel verdrukking en strijd?
Verkilde relaties,
wankelende naties?
Houden wij ons volhardend aan Jezus vast?
En dragen we daardoor een last,
van aanvechting om ons heen?
Laten mensen ons vanwege Hem..., alleen?
Bemoedigen we elkaar met Zijn Woorden,
die we via Johannes uit Openbaring hoorden?
Jezus en Zijn liefde wilde God in dit boek openbaren!
Voorgangers, sterren van Hem, 'verlicht' de kandelaren...
Want dan wordt de gemeente van kandelaren gevoed.
Daardoor geven zij licht en krijgen zij moed,
hun lijden te dragen op aarde, en Hem gelovende?
Verwachten zij zaligheid nu en in 't eeuwig toekomende!
Geloof Jezus, want door de dood heen zal je leven,
met jouw naam in Zijn doorboorde handen geschreven!
N.a.v. de eerste Bijbelstudie van de Vrouw tot vrouw over Openbaring 1 vers 9 tot en met 20
Volgende gedicht n.a.v. een Bijbelstudie over Openbaring 2 en 3
Vorige gedicht n.a.v. een Bijbelstudie over Openbaring 1: 1-9
Mocht je aanvullingen, correcties of vragen hebben bij 't bovenstaande gedicht van dit Bijbelgedeelte, dan hoor ik het graag! Ik pretendeer niet, dat ik alle antwoorden heb. Bij lange na niet. Daarom ben ik benieuwd hoe jullie Openbaring 1 interpreteren/lezen...
Ik heb een mooie blog gevonden van drs. Wim de Bruin, over het boek Openbaring. Hij legt het eenvoudig uit. Hierbij de link waar hij hoofdstuk 1 behandelt.
Blog van drs. Wim de Bruin over Openbaring, hoofdstuk 1
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is het mooiste van het land?
En Mattheüs 25: 35. Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald. 36. Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen. 37. Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien en te eten gegeven? Of dorstig en te drinken gegeven?
Wanneer ik commentaar heb, is dat tot heil van mijn naaste? Of vind ik dat ik het wel heel goed doe, uit liefde voor de ander/Ander? Ben ik betrokken op de ander? Door een levende relatie met de HEERE?
Spiegeltje spiegeltje aan de wand?
Wie is het mooiste van het land?
Wanneer ik Gods Woord lees? Is dat een spiegel voor mijn ziel...
In Zijn Woord vind ik de troost van een God, die Zijn hardnekkige volk steeds weer vergeeft wanneer zij berouwvol tot Hem komen. Ik realiseer me de laatste tijd steeds meer, dat alle aandacht die ik besteed aan mijzelf, ik die niet kan besteden aan het eren van de HEERE. Hij weet hoe en wie ik ben. En dat ik beter aandacht kan schenken aan hoe een groot, genadig, vergevend en heerlijk God, de HEERE is. Overgave aan Hem en Zijn wegen gaan. Geen navelstaren naar mijn zonden, maar ze dagelijks direct naar Hem brengen en loslaten... Wat je aandacht geeft groeit! Dat het nut heeft om te letten op mensen die de HEERE vrezen. Die een voorbeeld zijn in hun wandel met de HEERE.
En daarom bid ik opnieuw de voorbede uit Kolossenzen 1: 9. Daarom hou ook ik niet op, vanaf de dag dat ik het gehoord heb, voor u en mezelf te bidden en te smeken dat wij vervuld mogen worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, 10. zodat wij wandelen op een wijze de Heere waardig, Hem in alles behagen, in elk goed werk vrucht dragen en groeien in kennis van God, 11. terwijl we met alle kracht bekrachtigd worden, overeenkomstig de sterkte van Zijn heerlijkheid, om met blijdschap in alles te volharden en geduld te oefenen. 12. Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht. 13. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. 14. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden.