Sommige Bijbelgedeelten wil je liever niet lezen, want het kan weleens pijnlijk wezen. Jezus had met de rijke jongeling, een diepgaande aanvaring... Dat maakte op de discipelen veel indruk, en het bracht hen van hun stuk. De jongeling die zoiets prachtigs vraagt... Een vraag die jij ook in jouw hart draagt? Goede Meester, zal ik na mijn sterven, ja, hóe zal ik eeuwig leven beërven? Jezus, Die er hard en ondiplomatiek leek in te staan. waardoor de jongeling zich omdraaide en is weggegaan. 't Grieks zegt dat schaamte op z'n gezicht was gegrift. Volgens een vroeg Evangelisch geschrift, krabde hij zich achter zijn oren... Het beviel hem niet wat hij moest horen. In Markus is dit de énige geschiedenis, waaraan Jezus geen gehoor gegeven is. Hoe moeilijk is 't voor een rijke, om het Koninkrijk van God te bereiken? Door de Heere kom je in Gods Koninkrijk, maar door de mens is dat onmogelijk. Wat heeft ons dit vandaag te zeggen? Hoe moeten wij dit nu uitleggen? Wat heeft covid de afgelopen tijd in ons gewerkt? Dat je 't kan verdienen als je hard genoeg werkt!? Is die vraag goed die ik stel? Ik lees hem in Markus echter wel! Nadrukkelijk is in de grondtekst vertelt, dat op zijn vraag Jezus belang in hem stelt. De jongeling heeft Jezus' hartenklop goed gevoeld, voor hij 't antwoord hoorde dat voor hem is bedoeld. Bij Jezus kwam iets los in Zijn Middelaarshart. Maar de jongen vond Zijn antwoord erg hard. Jezus had echter het beste met hem voor, terwijl de jongen zijn hart aan aardse rijkdom verloor. Genade, hij werd persoonlijk uitgenodigd! Maar werd door 't antwoord ontmoedigd... Eéns zullen zijn aardse bezittingen vergaan... Hoewel Zijn schat eeuwig in de hemel zal staan. Laten wij het in dit leven breed hangen? Of zoeken we de eeuwige schat met verlangen? De jongeling liet de hemelse schat voor wat 't is. Door de knieën voor Jezus gegaan en toch..., mis! Jezus' liefde komt tot ons in dit gebod. Volg je Hem? Wat is jouw eeuwig lot? Want het aangrijpende van vanmorgen, is dat Hij jou de schat in de hemel wil bezorgen, maar als jij naar aardse rijkdom blijft lopen, kan je dan op Zijn eeuwige nabijheid hopen? In 't nieuwe testament wordt geschreven, dat rijkdom 't grootste gevaar is in ons leven. Ik vraag mezelf af, is dit bij mij een punt? Heb ik het op aardse rijkdom gemunt? Niet vroom doen, dat heeft geen zin. Niemand levert toch graag alles in? 'Is die rijke jongeling', zo schreef iemand, 'een beeld van de kerk in ' t westen zoals Nederland?' Mijn keuze om naar de kerk te komen was vrij, nu zit ik hier en is de vrijblijvend voorbij. Heb ik alles over voor Hem? Of zet ik bij 't volgen mijn voet op de rem? Heere Jezus U gaf en geeft zó veel..., help mij mezelf aan U te geven, geheel! Jezus heeft allen lief en alles verkocht, opdat een ieder bij Zijn Vader komen mocht. Jezus wil ons met niemand delen, ons hart, ziel, verstand en krachten niet verdelen. Hij die omwille van Jezus' Evangelie, zijn huis verlaat en akkers of familie? Ontvangt datgene honderdvoudig nu in deze tijd, met tevens vervolgingen waaronder je lijdt. Moeilijke hè!? Die vervolgingen, het weg moeten geven van bezittingen? Maar Jezus legt Zijn vinger precies, op de plek waarmee ik de relatie met Hem verlies. Zijn wereld die komt wordt gegeven, mèt het eeuwig gelukzalig leven. Ik kan niet alles opgeven, daarvoor moet ik me schamen... Maar U heeft het voor mij gedaan, amen, ja amen...! Wij zien onze ellende, als we ons tot Hem wenden. Dán weet Jezus ons in 't hart te raken, en staat het schaamrood op onze kaken. Hij Die arm werd voor mij arme zondaar, maakt het ónmogelijke in ons leven waar! Daarom is de titel rijke jongeling fout. 't Betreft een rijke Christus Die van ons houdt!
N.a.v. een preek met als tekstgedeelten Marcus 10: 13-31
Jakobus 5: 1-6
Tekst:
Marcus 10: 21-22
21 En Jezus keek hem aan en had hem lief, en Hij zei tegen hem: Eén ding ontbreekt u: ga heen, verkoop alles wat u hebt en geef het aan de armen en u zult een schat hebben in de hemel; en kom dan, neem het kruis op en volg Mij. 22 Maar hij werd treurig over dat woord en ging bedroefd weg, want hij had veel bezittingen.