Met smart zal je kinderen baren.
Zo heb ik het ook ervaren…
Zo hulpeloos en klein… Ik mocht jouw moeder zijn! Daar staande bij ’t doopvont, werd jij ingelijfd in het verbond.
Dag en nacht gaf ik je te eten,
Mede door alle zorg ging jij groeien,
dat tere knopje open bloeien…
Met vallen en opstaan werd jij groot,
veiligheid zoekend op mijn schoot.
Mijn taak om jou alles te leren,
met name over de Heere der Heeren.
Is toen jij daar, voor in de kerk,
bevestigde, dit watermerk…
Mijn moeder, ook zwijgzaam en stil,
haar handen vouwend voor Zijn wil.