donderdag 28 augustus 2025

Mijn eigen plekje in 't gezin(2)

 

Wat beweegt de oudste zoon? Wie is hij? En waarom doet hij wat hij doet? En herkennen wij zijn gedrag in ons eigen leven? Ik wel. Op verschillende manieren:
  • Tracht ik naar Gods geboden te leven, "stiekempjes" vanwege angst voor mijn Vader? Strijd ik tegen mijn zonden, omdat ik anders niet in de hemel kom bij Hem? M.a.w.: denk ik met gehoorzaam te zijn, iets te verdienen?
  • Of doe ik dit alles uit liefde, omdat Zijn Zoon betaald heeft voor ál mijn zonden en ik daarom tot Mijn Vader in de hemel mag komen?
  • Welke rol speelt de liefde tot God en mijn naaste in mijn leven?
  • Waarom was ik gehoorzaam aan mijn aardse vader en moeder? Waarom was en ben ik zo vaak perfektionistisch?
  • Hoe ging of ga ik met mijn (klein-)kinderen om, wanneer ik dit soort gedrag zie? Als zij gehoorzaam zijn om lief gevonden te worden. Of jokken als ze iets zondigs/verkeerds gedaan hebben, om diezelfde reden? En maak ik me daar nooit schuldig aan?
  • Voel ik mezelf beter dan een ander, waarvan ik 'denk' dat die minder 'gelovig' leeft? Minder gehoorzaam is aan Gods geboden... M.a.w.: Hoogmoed. 
Ik denk hierbij bijvoorbeeld(wat mezelf betreft) aan de persoon die aan het Heilig Avondmaal deelneemt, maar de dankdienst voor het Heilig Avondmaal overslaat. En ook niet elke zondagse eredienst aanwezig is. Hóe snel sta ik met mijn oordeel klaar, zonder de reden hiervan te kennen. Ben ik bovendien beter, wanneer ik dit wel doe?

Het voelt wel zo.

Maar: Ben ik wel vol van liefde voor de HEERE? En vol overgave aan Hem? Leef ik mijn leven door de genade van Jezus Christus? Zit ik ALTIJD met deze levenshouding in de
eredienst? En mijn dagelijkse leven? Heb ik liefde tot mijn naaste? Zou ik dan die persoon niet juist willen begrijpen en aanmoedigen wel te komen of het goede te doen, in plaats van hen in stilte te 'veroordelen'? Ik lees Psalm 133 in zijn geheel. De onderstaande verzen springen eruit voor mij.

Psalm 133: 1 en 3b:
Een pelgrimslied, van David.
1. 
Zie, hoe goed en hoe lieflijk is het dat broeders ook eensgezind samenwonen.
3b. Want daar gebiedt de HEERE de zegen en het leven tot in eeuwigheid.
Is dit niet wat de Vader, de oudste zoon en ook mij en jou heeft willen leren?

Van een reactie word ik blij openbaar via deze blog of privé via contactformulier bij deze blog . Oók wanneer deze opbouwend kritisch is.

Volgende keer gaat het over de Vader in deze gelijkenis. Tot dan!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Mijn eigen plekje in 't gezin(1)

Veel gelezen post