zondag 27 november 2022

Advent: de Komende


In het oude testament,

was reeds sprake van advent.

Gods geboren Zoon Die werd verwacht,

wordt in Genesis ter sprake gebracht.

Ook in Jesaja mogen we het horen,

dat een Kind ons wordt geboren...

De uitbreiding van Zijn heerschappij,

vrede in Zijn Koninkrijk, altijd blij,

door Zijn recht en gerechtigheid,

van nu aan tot in eeuwigheid... 

Hij zou onze zonden en lasten dragen.

Onvoorwaardelijke liefde en zonder veel klagen.

Anna en Simeon hadden dit gehoord,

door te luisteren naar Zijn Geest en Woord.

Op Jezus wachtten zij lankmoedig.

Dachten wellicht: 'kom 't liefst spoedig!'


In het nieuwe testament,

is er tevens sprake van advent.

Want Jezus vertrok uit ons midden.

Ging bij Zijn Vader voor ons behoud bidden.

En om de mens te steunen in hun aardse leven,

heeft Hij ons Zijn Heilige Geest gegeven,

door tot ons te spreken, door Zijn Woord.

Hebben wij Zijn roepstem al gehoord?

Hij komt terug zoals beloofd en verwacht,

nadat Zijn laatste kind is toegebracht.

Tot uitbreiding van Zijn heerschappij,

vrede in Zijn Koninkrijk, altijd blij,

door Zijn recht en gerechtigheid,

van nu aan tot in eeuwigheid!

Lieve Vader, ik wacht lankmoedig,

maar vraag nu toch: 'Komt U spoedig!?' 


N.a.v.: Genesis 3 vers 15Jesaja 9 vers 5 en 6Lukas 2 vers 22 - 40, Jakobus 5 vers 8, 2 Petrus 3 vers 8 - 10




maandag 21 november 2022

‘k Zal in den dageraad ontwaken



Onbewust van haar omgeving loopt zij daar in die
mensenmassa. De lucht is donker en het regent.
‘Wie is dat toch...,’ vraag ik me af. Haar haren hangen
in slierten aan haar hoofd en het water druipt langs
haar bedrukte gezicht. Ik zie haar rillen van de kou.
Tranen branden achter mijn ogen, van verdriet maar...,
ook van vreugde! 

Zacht knerpt het grind onder onze voeten. Verder is het is héél stil, ondanks de vele mensen. De kist wordt boven het graf gezet, klaar om naar beneden gelaten te worden. En wij?! Wij verspreiden ons om het graf heen. Het allerlaatste afscheid hier op aarde. Het wordt nog stiller dan het al was. Alléén het tikken van de regen horen we nog… Zacht, maar toch hard genoeg zodat we het kunnen horen, begint de predikant te spreken. 

‘We zijn hier allen samen gekomen, om het stoffelijk overschot van Janneke Jansen, haar laatste rustplaats te geven. Zij heeft zeer zeker geen gemakkelijk leven gehad... Toen zij hoorde dat zij ziek was en niet lang meer te leven had, hebben wij intensieve gesprekken gevoerd... Wat was zij moedig! Ja… Niets menselijks was haar vreemd. Natuurlijk was zij opstandig...’ De predikant kijkt mijn man en mij aan, en zegt: ‘Daar weten jullie als haar ouders ook alles van... Wat hebben jullie samen een zware tijd gehad... En..., nu nog...’ 

‘Janneke heeft enorm geworsteld... Diep bedroefd heeft zij tot God geroepen: ‘Waarom God? Laat U mij deze weg gaan!? Ik wil nog zoveel doen in dit leven!’ Toen liet de HEERE haar zien, hoe dit leven is... En..., hoe het leven hierna is... Dat zij voor eeuwig bij Hem zou zijn en Hem eeuwig de lof toe kan zingen die Hem toekomt. Ja..., zij mocht weten een kind van Hem te zijn. Maar dit leven loslaten is zó moeilijk...’ De predikant zwijgt en kijkt alle mensen één voor één aan, en vraagt dan: 

‘Hebben jullie dit leven al losgelaten?’

‘In Gods kracht, mocht Janneke dit doen... De laatste keer dat ik haar bezocht lag er een vredige, ja zelfs vreugdevolle glans over haar gezicht... Zij wilde graag dat ik deze brief aan jullie voorlas, ten afscheid:

Lieve allemaal en in het bijzonder natuurlijk mijn vader en moeder!

Hartelijk dank, Pa en Ma, voor de liefde die jullie mij hebben gegeven. Jullie hebben ondanks alle zorgen laten zien, wat een leven met God is. Het was vaak moeilijk, moet u waarschijnlijk ook eerlijk bekennen, maar... Tóch was u gelukkig! God liet u niet los..., en u God niet...!

Toen u hoorde dat ik ongeneeslijk ziek was, was u intens verdrietig, maar niet opstandig... U zei: “De Heere heeft gegeven, de Heere heeft genomen, de Naam des Heeren zij geloofd…” Hiermee liet u mij zien dat ik mijn leven in Gods handen moest leggen, en mijn leven niet krampachtig zèlf moest proberen te behouden...

Het deed mij zoveel pijn dat ik nooit meer terug zal komen op de basisschool, om “mijn” kindertjes les te geven... Het had mijn hart zo! Het gaf mij ook veel verdriet dat ik niet zelf zal kunnen genieten van een eigen man en kinderen hier op aarde... Tevens dat u, Pa en Ma, nimmer de Opa en Oma van mijn kinderen zullen zijn... Dat deed ontzettend veel pijn...

Daarbij kwamen de lichamelijke klachten die heel veel van mij vroegen. Wat heb ik u afgesnauwd als ik het allemaal niet meer aankon... Toch wilden jullie mij elke keer weer vergeven, ook al was dat lang niet altijd eenvoudig… Maar jullie deden het! Gewoon omdat jullie wisten hoe zwaar het voor mij was... Maar tevens besef ik nu, omdat jullie wisten wat Jezus Christus gedaan had en wie jullie zelf zijn... Zondaren, gereinigd en gered door het verlossingswerk van Jezus Christus…

De predikant zwijgt weer even en kijkt de kring van emotioneel geworden omstanders meelevend aan, voordat hij verder gaat met het voorlezen van de brief: 

Ik vind dat ik jullie té weinig heb laten weten dat ik van jullie hou. Daarom wil ik jullie dit alsnog zeggen. In dit leven doen we dat véél te weinig... Help elkaar, dien elkaar, zoals God dat ook bij ons heeft gedaan! Stel het zoeken naar God niet uit, zoals ik deed... Het gaf mij enorm verdriet, dat ik Hem zo tekort heb gedaan! Hij houdt van mij, maar ook van jullie... 

Jullie mogen van God nog een poosje hier op aarde zijn...

“Genadetijd…” 

Neem hem waar! Ik smeek jullie; heb God lief boven alles en de naaste als jezelf! VERGEET DAT NIET! HIJ IS HET WAARD! Wat zal dát heerlijk zijn als ik straks samen met jullie voor Zijn troon mag staan en Hem volmaakt de lof toe mag zingen... Nadat deze brief is voorgelezen, zou ik graag willen dat jullie psalm 108 vers 1 zingen.

Mijn Hart, o Hemelmajesteit,
Is tot Uw dienst en lof bereid;
‘k Zal zingen voor den Opperheer,
‘k zal psalmen zingen tot Zijn eer.
Gij zachte harp, gij, schelle luit, waakt op; dat niets uw klanken stuit’.
‘k Zal in de dageraad ontwaken
en met gezang mijn God genaken.  Een liefdevolle allerlaatste aardse groet,  Janneke.’ 

De predikant zwijgt nogmaals, en knikt mijn man en mij bemoedigend toe. Tranen rollen over onze wangen... Het is zó goed om hier te zijn...

Mijn man stapt naar voren en zegt geëmotioneerd: ‘Aan deze brief van onze lieve Janneke hebben mijn vrouw’, hij kijkt mij even liefdevol aan, ‘en ik niets toe te voegen... Laten wij nu allen, zoals wij hier bij elkaar zijn, aan de wens van Janneke voldoen!!!’ 

Het regent nog steeds, maar tijdens het zingen laat de zon voorzichtig zijn eerste stralen zien... En terwijl de kist langzaam het graf inzakt, zie ik pal boven Janneke’s kist de regenboog staan! Een wonder van Gods trouw... Mijn man en ik kijken elkaar aan. Stille vrede, dankbaarheid en vreugde vermengd met verdriet vullen onze harten... Dan kijk ik naar de plek waar zij stond. Zij staat er nog steeds wat bedrukt en verregend bij. Het doet mij pijn haar zo te zien... 

Eén voor één nemen we afscheid van Janneke. Met wat onderdrukt gepraat lopen we de begraafplaats af... Het irriteert mij, dat niemand háár lijkt te zien! Als dit meisje ons een hand geeft om te condoleren, kijkt ze mij zó wanhopig en verdrietig aan... Het doet mij pijn, zóvéél pijn te zien in de ogen van dit meisje... Ik moet denken aan Jezus, toen Hij aan het kruis hing en tegen Zijn moeder zei: 

Vrouw, zie, uw zoon. En tegen Johannes: Zie, uw moeder. 

Daarom kijk ik dit meisje liefdevol aan en voorzichtig sluit ik haar in mijn armen. Het meisje huilt... De rij achter haar moet maar een poosje wachten vind ik... Ik zeg:
‘Lieve meid, wacht op ons tot wij naar huis gaan... Ga met ons mee, dan kunnen we elkaar troosten en misschien praten...?’

Deze lieve meid hééft gewacht... Zij was een goede vriendin van Janneke, maar zij hadden elkaar al jaren niet meer gezien... Petra heet zij... En uit Gods hand hebben wij opnieuw een lieve dochter mogen ontvangen, samen met die lieve kleinkinderen zoals Janneke zo graag gewild had. Om samen met onze Janneke, wanneer ook voor ons de dageraad zal ontwaken, we onze God met gezang zullen genaken*. Hem zij alle eer! Hallelujah! *Naderen of dichterbij komen



zaterdag 12 november 2022

Ik ben een boom


De wind waait door mijn kruin...

MIjn stam wiegt heen èn weer...

Ik voel de wind trekken...

Een krampachtig vasthouden,

van de blaadjes aan mijn takken...

Wortels diep verankerd in de grond…


Mijn sapstroom voel ik vertragen.

En wanneer ik de krachtige wind?

Hoor en voel trekken aan de blaadjes?

Verkleuren en verdorren zij…

Om!? Los te laten…

Terwijl ik stevig geworteld in de grond sta…


De harde wind die mijn kruin,

krachtig verend laat zwiepen…

Ik álles los moet laten…

Om in de nieuwe lente?

Weer fris nieuw blad te ontvangen…

En ik steviger verankerd in de grond mag staan!

maandag 17 oktober 2022

Krachtige kwetsbaarheid,

Soms voel ik me angstig en klein…

Het gevoel er niet te mogen zijn…

Het leven: ‘geen vreugde, maar pijn…’

Opgetrokken knieën, armen eromheen geslagen... 

Zo is de pijn nog ‘iets’ te verdragen!

Kwetsbaar, ik ben niet blij,

Waar is mijn…, sterke mij!?


Soms voel ik me groot en sterk!

Ik mag er zijn, en ga aan het werk!!!

Vreugde! Pijn is ‘t, die ik niet opmerk…

Stevige benen op de grond, armen wijd,

Over gevoelens lopen, klinkt ‘t verwijt…

Te sterk? Ongevoelig? Ben ik wel blij!?

Mijn kwetsbaarheid mist mij..


Soms voel ik mijn intense verdriet,

maar is sterke, die mij te hulp schiet!

Pijn mag er zijn, scherpte gaat verdwijnen…

En langzamerhand de zon weer schijnen…

Soms ben ik echter zó sterk..?

Dan moet kwetsbaarheid aan ‘t werk!

Want haar invoelend vermogen?

Laat liefde voor naaste èn mezelf verhogen.


Sterke? Ik ben blij dat je er bent!

Maar óók, dat je mijn kwetsbaarheid kent!!!

Kwetsbaar? Ik ben blij dat je er bent!

Maar óók, dat je mijn sterkte kent!!!

Helpt U? Om elkaar te versterken..?

Dat beiden beter gaan samenwerken!?

Onmisbaar en onafscheidelijk.

Eén! Samengevoegd als een huwelijk!

U bent ‘t, Die mij hiermee verblijdt…

Met de gave van déze krachtige kwetsbaarheid!!!



donderdag 13 oktober 2022

Belijdenis in de duisternis


1) De plaats:

Jezus was met Zijn discipelen in het donkere noorden,

in Caesarea Filippi, waar veel heidenen thuishoorden.

Op Gods tempel en dienst waren zij niet betrokken.

Waarom gelovigen hun neus voor hen optrokken.
Maar juist Jezus kwam hier vaak.

Vervulde Hij hier niet een belangrijke taak?Die profetie uit Jesaja, weet je die nog misschien?

Het land van de duisternis, zal een groot licht zien.

Jezus vraagt: 'Wie jullie dat ik ben? En de mensen?'

Ze zijn allen zo ver weg van Jeruzalems grenzen.

Hóe lastig is het dienen van God aldaar.Eenvoudiger in Jeruzalem, daar dienen ze met elkaar…

Wat komen we van God in Lelystad tegen?

Sporen we elkaar aan om te gaan in Zijn wegen?

Laat ik in het duistere Swifterbant en Lelystad,

Zijn licht schijnen op mijn levenspad?

2) Het tijdstip:


Drie jaar volgden zij Jezus, het ging goed!
Ze zagen alle wonderen die Hij doet,
en de discipelen hoorden,
Zijn prachtig gesproken woorden.
En nu stelde Jezus deze vraag vlak voor Zijn lijden…

Wilden zij dan wel hun leven aan Hem wijden?Zij dachten; Hij zou toch het aardse koninkrijk overwinnen?
En nu gaat Hij over Zijn aardse lijdensweg beginnen?
Petrus nam Jezus apart en bestrafte Hem: ‘Dat wordt niet Uw lot…
Jezus antwoordde: ‘Je bedenkt dingen van mensen, niet van God!’
Petrus werd door Jezus Satan genoemd, dus volg hem niet na,
in het te snel antwoorden, met een ‘ja’.
De Evangeliën ongeveer de helft gevuld met Jezus’ lijden.
Willen wij ons leven ècht aan zo’n Jezus wijden? 3) De inhoud:

Jezus kwam niet voor de gezelligheid,
maar voor onze zaligheid!

In Caesarea Filippi was het niet licht,

de mensen waren er niet op God gericht.

Wat dachten de mensen nu van Jezus te weten?
Dat Hij Johannes de Doper is, of Elia, of één van de profeten?

Simon Petrus kwam wel snel met zijn belijdenis,
dat Jezus, de Christus, de Zoon van de levende God is.
Wij weten dat de Zoon van God Jezus heet,

de Christus, gezalfd tot Priester, Koning en Profeet.

De discipelen waren drie jaar voorbereid.
Wij krijgen in de kerk hiervoor ook ruim de tijd.
Maar welke geloofskeuze maken wij?
Maakt de Hogepriester ons door Zijn offer van schulden vrij?
Is de Hij Koning over ons hele leven?
Willen we Hem gehoorzaam volgen en Hem de eer geven?
En luisteren wij stil,

wanneer Hij als profeet tot ons spreken wil?

Keer ik me af, omdat het mij te veel kost?Of vertrouw ik op Jezus, Die mij van mijn zonden verlost?

De poorten der hel gaan dan niet voor mij open,

terwijl Christus er voor mij in moest lopen…

Goddank, Hij is opgestaan uit deze gruwelijke dood.

Gods genade is onbeschrijfelijk groot!

Ik mag in geloof de poort van de hemel binnengaan,

omdat Christus in mijn plaats voor de Vader ging staan!


N.a.v. een preek met als tekstgedeelte: Mattheüs 16: 13- 28 Tekst: Mattheüs16 vers16: Simon Petrus antwoord de en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. Thema: de belijdenis van Petrus Kerkdienst



donderdag 6 oktober 2022

Benauwd afscheid?


Raken we moeder kwijt?

Lief mens...

Ben je bereid?

Ik zie jou worstelen

Moeizaam naar adem happen

Mocht je in Christus wortelen?

Ach..., je bent zo broos

Ik wil je helpen en troosten

Maar voel me zo machteloos

In Vaders handen leg ik jou 

De allerbeste plek

Omdat ik van je hou...


Jouw borstkas zwoegt op en neer

Als straks jouw adem stopt

Kom je dan bij de HEER?

Een kapje over jouw neus en mond

Meestal gesloten ogen

Soms gericht op de klok of het plafond 

Ons aller gebed is als jij gaat sterven

Dat jij eeuwig leven bij de Vader zal erven


Een vervolg op het bovenstaande gedicht: Verlost...?



zondag 25 september 2022

Over(-gave)

Helaas moet ik eerlijk zeggen,

dat onze zoon niet meer gelooft,

wat U in Uw Woord zegt en belooft.

Ik bid U Lieve HEER,

dat ik door Uw Geest leer,

dit voortdurend in Uw handen te leggen...





Aan alle gezag onderdanig

Veel gelezen post