Jezus was met Zijn discipelen in het donkere noorden,
in Caesarea Filippi, waar veel heidenen thuishoorden.
Op Gods tempel en dienst waren zij niet betrokken.
Waarom gelovigen hun neus voor hen optrokken.
Maar juist Jezus kwam hier vaak.
Vervulde Hij hier niet een belangrijke taak?Die profetie uit Jesaja, weet je die nog misschien?
Het land van de duisternis, zal een groot licht zien.
Jezus vraagt: 'Wie jullie dat ik ben? En de mensen?'
Ze zijn allen zo ver weg van Jeruzalems grenzen.
Hóe lastig is het dienen van God aldaar.Eenvoudiger in Jeruzalem, daar dienen ze met elkaar…
Wat komen we van God in Lelystad tegen?
Sporen we elkaar aan om te gaan in Zijn wegen?
Laat ik in het duistere Swifterbant en Lelystad,
Zijn licht schijnen op mijn levenspad?
2) Het tijdstip:
Drie jaar volgden zij Jezus, het ging goed!
Ze zagen alle wonderen die Hij doet,
en de discipelen hoorden,
Zijn prachtig gesproken woorden.
En nu stelde Jezus deze vraag vlak voor Zijn lijden…
Wilden zij dan wel hun leven aan Hem wijden?Zij dachten; Hij zou toch het aardse koninkrijk overwinnen?
En nu gaat Hij over Zijn aardse lijdensweg beginnen?
Petrus nam Jezus apart en bestrafte Hem: ‘Dat wordt niet Uw lot…’
Jezus antwoordde: ‘Je bedenkt dingen van mensen, niet van God!’
Petrus werd door Jezus Satan genoemd, dus volg hem niet na,
in het te snel antwoorden, met een ‘ja’.
De Evangeliën ongeveer de helft gevuld met Jezus’ lijden.
Willen wij ons leven ècht aan zo’n Jezus wijden?
3) De inhoud:
Jezus kwam niet voor de gezelligheid,
maar voor onze zaligheid!
In Caesarea Filippi was het niet licht,
de mensen waren er niet op God gericht.
Wat dachten de mensen nu van Jezus te weten?
Dat Hij Johannes de Doper is, of Elia, of één van de profeten?
Simon Petrus kwam wel snel met zijn belijdenis,
dat Jezus, de Christus, de Zoon van de levende God is.
Wij weten dat de Zoon van God Jezus heet,
de Christus, gezalfd tot Priester, Koning en Profeet.
De discipelen waren drie jaar voorbereid.
Wij krijgen in de kerk hiervoor ook ruim de tijd.
Maar welke geloofskeuze maken wij?
Maakt de Hogepriester ons door Zijn offer van schulden vrij?
Is de Hij Koning over ons hele leven?
Willen we Hem gehoorzaam volgen en Hem de eer geven?
En luisteren wij stil,
wanneer Hij als profeet tot ons spreken wil?
Keer ik me af, omdat het mij te veel kost?Of vertrouw ik op Jezus, Die mij van mijn zonden verlost?De poorten der hel gaan dan niet voor mij open,
terwijl Christus er voor mij in moest lopen…
Goddank, Hij is opgestaan uit deze gruwelijke dood.
Gods genade is onbeschrijfelijk groot!
Ik mag in geloof de poort van de hemel binnengaan,
omdat Christus in mijn plaats voor de Vader ging staan!
N.a.v. een preek met als tekstgedeelte: Mattheüs 16: 13- 28 Tekst: Mattheüs16 vers16: Simon Petrus antwoord de en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. Thema: de belijdenis van Petrus Kerkdienst