donderdag 8 februari 2024

Witte overwinning en aanbidding

Allereerst nu een oud gedicht over Openbaring 6, n.a.v. een preek. Ik ben benieuwd hoe het komende gedicht eruit gaat zien n.a.v. de Bijbelstudie over ditzelfde gedeelte. Er is zoveel geschreven en gedacht over Wie die Ruiter op het witte paard is. Vooralsnog houdt ik het op de Heere Jezus met een krans/kroon op Zijn hoofd en pijlen van het Evangelie die op ons afgeschoten worden om ons meer naar Zijn wegen te laten wandelen... 


Jullie zullen nog eventjes moeten wachten op de uitkomst. Reageer gerust op dit gedicht! Ik ben benieuwd hoe jullie dit Bijbelgedeelte lezen en interpreteren!



Uit de rechterhand,

van Degene op de troon,

nam Hij de boekrol.

Het was Gods Zoon!


Het Lam geslacht alleen,

kon daarvan het zegel openen.

Eén van de vier dieren verscheen,

en zegt: 'Kom en zie!'

Een ruiter met een wit paard,

een boog met pijlen en krans.

Het gaat met veel actie gepaard...

Uitgaande om te overwinnen.

Zo smetteloos, rein èn wit...

Gods bezit!!!


Ons treffend met de pijlen van zijn handelen,

door de krans van Zijn evangelie.

zodat wij naar Zijn wil gaan wandelen.

Ja, het begin der barensweeën zijn!


Zij gaan gepaard met veel pijn...

Het tweede zegel werd verbroken.

Het tweede dier,

van de vier,

zegt: 'Kom en zie!'

Een rood paard,

met ruiter èn zwaard!

Wordt macht gegeven.

Om de vrede weg te nemen,

oorlogen in dit leven...

Chaos, wetteloosheid en elkaar afslachten...

Dat staat ons te wachten!


Raakt déze tweede pijl ons hart?

Zodat wij ons bekeren?

Tot dát geslachtte Lam?

De Heere der Heeren?


Geopend werd de derde zegel.

Het derde dier,

van de vier,

zegt: 'Kom en zie!'


Het inktzwarte paard verschijnt.

De ruiter, een weegschaal in zijn hand.

Ook hij heeft gekregen macht...

En slaat aldus met de kracht,

van honger in het héle land!

Alleen de wijn en olie,

mag geen schade krijgen.

Armen gaan daardoor ten onder...

Terwijl rijken zich verrijken èn zwijgen.


Ook zegt het laatste dier,

bij het openen van zegel vier,

'Kom en zie!'

Een vaal paard met daarop de dood.


De macht aan hem gegeven,

om te benemen: het leven

tot een vierde deel der aarde,

met honger, ziekten en/of zwaarden...


Ik zie rampen en oorlogen

Een sprinkhanenplaag,

Het niet naar buiten mogen,

door een coronavirus…

Vier pijlen: níet ten gronde richtend...

Evangelie, wit, voorop en overwinnend!

Rode chaos en oorlog,

zwarte honger en voedselschaarste,

de vale dood volgend, wij bezinnend!!!


Wat kunnen we nog verwachten?

De barensweeën gaan voort...

Op een climax is het wachten.

tot we mogen ingaan in dé poort.


En wat doen jij en ik?

met onze rijkdom?

Kijken we naar de behoeftigen om?

Waar brengen wij de eeuwigheid door?


Hij, in het wit, voor ons aan 't strijden.

Hij, Die aan 't kruis moest lijden...

De overwinning behaald!

Wij in 't wit met palmtakken,

zónder einde van de tijd,

het Lam aanbiddend in heerlijkheid.



n.a.v.: Openbaring 6: 1-8


Volgende Bijbelstudie over Openbaring

Vorige Bijbelstudie over Openbaring




dinsdag 6 februari 2024

Johannes door een open deur in de hemel

(en een bemoedigende verzegelde boekrol)


Johannes beschrijft zo wonderschoon, de hemel met zijn Koning op Zijn troon. In de hemel stond een deur open... De stem die als een bazuin tot hem had gesproken zei: 'Kom omhoog de hemel binnenlopen, en wat moet geschieden hoor je nu van mij...' Alle ouderlingen gaven Hem de eer, wierpen hun kronen voor Zijn troon neer.  Daarbij zeiden zij: 'U bent het waard, door uw wil bestaan wij, zij, hemel en aard'!


De prácht en lof beschreven hierboven,

willen en durven wij dit te geloven?

Of moet het eerst worden bewezen?

Alvorens we de HEERE willen vrezen*?

De met zeven zegels verzegelde boekrol,

staat met het toekomende boordevol.
In Zijn rechterhand hield de Vader hem.

'Wie is 't waard deze te openen?' klonk een engelenstem.

Johannes huilde intens van verdriet,

want..., die persoon was er niet.

'Juda's Leeuw Die overwonnen heeft,

is waard de boekrol te openen, Hij leeft,'

bemoedigde één van de ouderlingen!

Zie! Dáár midden op de troon zit 't Lam,

Die de boekrol van Zijn Vader overnam.

Toen gingen allen een nieuw lied zingen:

Christus is geslacht,

heeft ons gekocht met Zijn bloed,

en geeft ons op aarde kracht,

omdat je als koning en priester regeren moet...


Christus, een Leeuw èn een Lam tegelijk,

Hoe brengen wíj́ dit in de praktijk?

Moedig opkomen voor Gods Woord,

een Leeuw waardig...?

Het lijden dat daarop je leven verstoort,

verdragen als een Lam zo zachtaardig...?

Hoe houden wij dit leven vol?

Ik kijk verlangend naar de ongeopende boekrol.

God heeft die geschreven om ons te versterken,

om in 't toekomende vast te staan in Zijn werken...

We lezen in deze boekrol van onze eindstrijd.

Gods overwinnende plan stond vast in  eeuwigheid.

Het Lam dat is geslacht,

is waard te ontvangen alle kracht,

rijkdom, sterkte en wijsheid,

eer, dankzegging en heerlijkheid,

van elk schepsel in de hemel en op aarde...

Want in Hem vinden we ál onze waarde.

Heere Jezus in de hemel met de Vader ernaast,

bid voor ons en kom terug, met haast.

Tot dan lees ik door Uw Geest, wat U liet schrijven,

om bemoedigd standvastig, in Christus te blijven!


* Vreze des Heeren betekent een diep ontzag voor de Heere God. Het is je ‘bevend’ verheugen over de genade van een heilig God.


N.a.v. een Bijbelstudie over Openbaring 4 en 5

Vorige gedicht n.a.v. een Bijbelstudie over Openbaring 2 en 3

Gedicht ter voorbereiding op de volgende Bijbelstudie over Openbaring 6



Een interessante blog, geschreven door drs. Wim de Bruin, met uitleg over deze hoofdstukken kan je vinden onder deze link. Mooi vond ik dat

hij zei dat qua ontwerp van de hemel zoals in Openbaring beschreven, hem liet denken aan de tabernakel uit het oude testament. En ook de boekrol die in de rechterhand van de Koning is. De hand waarmee Hij Zijn daden uitvoert en waardoor de boekrol staat voor Gods handelen in de geschiedenis... Nog meer pareltjes staan erin. Ik laat het aan jullie zelf over om het te lezen. Zijn de interpretaties van deze meneer allemaal juist? Ik daag jullie en mezelf uit, om met de Bijbel ernaast het te onderzoeken. Maar... verwacht niet dat wij door het verklaren van dit boek(moeten we wel alles begrijpen?), de precieze gebeurtenissen en datum van Zijn wederkomst kunnen vinden in deze tijd. De HEERE heeft het boek Openbaring laten schrijven om ons gelovigen te bemoedigen en de ongelovigen te waarschuwen. Dat wát er ook gebeuren gaat, Jezus Christus al overwonnen heeft. En wie in Hem gelooft door Hem leeft en tot in eeuwigheid in Zijn liefdevolle nabijheid mag en zal zijn!

Veel zegen toegewenst en ik ga met enthousiasme op naar de volgende Bijbelstudie over Openbaring.



maandag 29 januari 2024

Heilig!

Steeds weer moet ik leren dat de HEERE alleen(!) volledig te vertrouwen is en dat wij mensen elkaar regelmatig teleurstellen...


God, U bent heilig!
Daarom zijn wij,
bij U veilig...

Onaangenaam verrast,
door mezelf en mensen,
met aardse zorgen belast...

God, U doet,
wat U belooft.
U bent goed!

Nóg zet ik mensen op Uw troon,
en raak ik teleurgesteld,
want zij Zijn niet Uw Zoon...

Wij gelovigen blijven zondaren,
wanneer wij niet,
op Jezus Christus staren!

Uw Zoon deed wèl volmaakt,
waarvoor U een mens,
heeft gemaakt...

U bent wijs in Uw beleid,
U leert mij dagelijks,
in mijn aardse strijd:

Alleen bij U ben ik veilig...
Onder Uw vleugels,
want U bent heilig!

 

vrijdag 12 januari 2024

Geef dan Hem de eer!


In de afgelopen periode dacht ik:

Hoe kan ik iemands binnenste kennen, wanneer ik niet luister als die ander zijn of haar hart laat kennen aan mij en ik hen aanvaard?

Tevens dacht ik:

Hoe kan iemand mijn hart kennen, wanneer ik het aan hem of haar niet open leg? Mij kwetsbaar opstel? 

Vervolgens dacht ik:

Hóe ik Gods Vaderhart leren kennen, indien ik niet luister naar wat de Heilige Geest door Jezus en Zijn Woord heen, tot mij te zeggen heeft? Hóe blind en doof kan ik zijn! 

Hóe kan God mij kennen, wanneer ik mijn hart niet bij Hem uitstort? Hoe "stom", letterlijk(!) kan ik zijn...

En toch?

De HEER' is zó getrouw, als sterk; Hij zal Zijn werk voor mij vollenden. Hij verlaat niet wat Zijn hand begon, Dé Levensbron, Hij zal en wil bijstand zenden!






zondag 7 januari 2024

Jezus Christus alleen...

Ik zat niet lekker in mijn vel, toen ik het onderstaande gedicht schreef. Gevoelens van tekort schieten regeerden over mij... Op zulke momenten breng ik mezelf in herinnering: 

Ik heb mijn gevoelens gekregen om mezelf te realiseren wat er speelt in mijn leven. Ga het niet negeren of wegstoppen, Yvonne! De HEERE heeft je hersenen gegeven, zodat je hier op een verstandige manier mee omgaat.

En wijs is mijn gevoelens, van onmacht en tekort schieten, in de goede richting te regeren... En wat is de goede richting? Dat kan je lezen in het onderstaande gedicht!


*Lankmoedig: letterlijk 'lang van geest, lang van gemoed' en in figuurlijke zin 'geduldig, volhardend'.

dinsdag 2 januari 2024

Wie oren heeft?

Johannes heeft zeven brieven geschreven,

met woorden door Jezus ingegeven:

Is de gemeente koud noch heet? 

Terwijl het wel van Zijn verlossing weet?

Benoemt gedrag van hen uit het verleden,

en zegt bekeert u en volhardt in het heden!


Wie oren

heeft laat die horen

wat de Geest tot de gemeente zegt,

opdat het zijn leven op Jezus toelegt...


Hebben wij onze eerste liefde verlaten?

De werken van de Nikolaïeten gaan haten?

Hebben wij weinig kracht,

en nemen we tóch Gods Woord in acht?

Zijn wij volhardend en waakzaam?

En maken maken wij ons bekwaam,

in het gehoorzamen van Zijn geboden?

Of zijn wij levende doden?

Is onze gemeente koud noch heet? 

Terwijl het wel van Zijn verlossing weet?

Jezus zegt: 'Ik ken uw werken'.

Zijn wij bereid onze zonden te bemerken?

Wie zijn kleren niet heeft bevlekt,

wordt door Hem met witte kleren bedekt.

En dan mag je bij Gods KoningsZoon,

samen als koning zitten op Zijn troon!

Zie..., Jezus klopt nu aan jouw deur!

Doe open en verspreidt Zijn liefdesgeur.

Versterk in Zijn liefde elkaar,

met een bemoedigend woord en gebaar...


Wie oren

heeft laat die horen

wat de Geest tot de gemeente zegt.

Heb ik mijn leven al op Jezus toegelegd?



Jezus overwon, zal ons nooit beschamen!

Hij is 't begin van Gods schepping, de getrouwe 

en waarachtige Getuige, dé Amen!!!


N.a.v. een Bijbelstudie over Openbaring 2 en 3 met de nadruk op vers 14-22


Volgende gedicht n.a.v. een Bijbelstudie over Openbaring 4 en 5

Vorige gedicht n.a.v. een Bijbelstudie over Openbaring 1 vers 9-20

Hierbij de link naar de blog van drs. Wim de Bruin, hoofdstuk 2




dinsdag 26 december 2023

De verloren zoon gevonden


In zijn woonkamer ligt de oude man op een bed voor het raam. Ernaast, aan ‘t hoofdeinde, staat een gemakkelijke stoel. Jaap de Bruin haalt moeizaam adem… Zijn handen liggen gevouwen op de dekens, in een stil gebed tot zijn God en Vader. Hij heeft veel zorgen om zijn zoon Cor. In gedachten keert hij terug naar het verleden...

‘Vandaag kerstfeest in de kerk mijn jongen! Ga je mee?’ Enthousiast knikte de kleine Cor tegen zijn vader. Moeder stond er met een glimlach om haar mond bij. Acht jaar was hij alweer! Het ventje kijkt uit naar het kinderkerstfeest en vooral..., naar het cadeautje dat hij na de dienst krijgt. Een mooi boekje en wat lekkers!

‘Wat was het nog gemakkelijk hem mee te krijgen naar de kerk,’ verzucht de man in stilte. De voordeurbel gaat en de ogen van Jaap lichten op als hij naar buiten kijkt. Hij herkent de man, die voor de deur staat en een blik naar binnen werpt. Moeizaam heft hij zijn hand op voor een vriendschappelijk welkom. De predikant reageert lachend zijn hand opstekend, en knikt hem vriendelijk toe. Schoondochter Els gaat naar de deur om het bezoek te ontvangen. Jaap hoort gedempte stemmen in de gang, alvorens het bezoek, met Els er achteraan, de woonkamer binnen treedt.
‘Dag Jaap,’ vertrouwd laat de predikant zich in de stoel “vallen”.
‘Wat fijn dat u komt, dominee!’
‘Geen moeite hoor, om mijn schaapje op te zoeken,’ knipoogt deze om dan te vervolgen, ‘hoe gaat het nu?’
‘Ach Pieter’, schakelt Jaap trouwhartig over op de voornaam van de predikant waar hij, tot het lopen niet meer ging, al jaren wekelijks op bezoek kwam, ‘ik maak me zo'n zorgen om Cor… Je weet het. Hij is zo onverschillig! Gaat nooit meer naar de kerk en ook Gods Woord leest hij niet meer... Gelukkig maakt mijn vrouw
dit niet meer mee. Ze heeft altijd voor hem gebeden en toch, zie en merk ik er niets van…’

Even kijkt hij bij deze woorden zijn goede vriend aan, om daarna zijn ogen af te wenden en verdrietig uit het raam te staren…
‘Zou een zoon van zoveel gebeden verloren gaan!?’ vraagt Pieter zich af… Zijn gedachten gaan naar Augustinus en zijn moeder Monica. Bemoedigd durft hij te spreken:
‘Jaap, jouw zoon, een zoon van zovéél gebeden kan toch niet verloren gaan! De HEERE is trouw, Hij hoort naar Zijn kinderen. Ken jij de geschiedenis van Augustinus?’
Zijn oude vriend knikt vermoeid.
‘Houdt je daaraan vast! Het gebed van een rechtvaardige vermag veel…!’ klinkt het hoopvol.
Jaap schudt mismoedig zijn hoofd, ‘De tekenen wijzen nergens op, Pieter. En opnieuw gaan zijn gedachten terug naar vroeger.
‘Cor, kom je uit bed!? We gaan zo naar de kerk!’ een brom klonk als reactie uit de slaapkamer. Jaap en zijn vrouw zitten tien minuten later aan een feestelijk gedekte tafel te wachten op Cor, die maar niet komt…
‘Ga jij maar naar boven Lydia, jij kan het tactischer dan ik…’ zei Jaap met een gelaten, maar ook geïrriteerde zucht en denkt: De zoveelste keer dat we onze enige zoon uit zijn bed moeten “rammelen”… Zijn vrouw staat op, ze kent haar man wel. Als hij er wat van zegt, komt het bot uit zijn mond… Zij kan het beter doen, dan blijft de sfeer nog een beetje behouden tijdens deze kerst… Rustig stommelt ze naar boven. Haar hart klopt echter in haar keel en een gebed stijgt op: ‘Heere, geef me de juiste woorden!’
Resoluut doet ze de slaapkamerdeur open en schuift de gordijnen op een kiertje zodat het licht naar binnenvalt.
‘Vent, kom je uit bed? We willen graag gaan eten. Over een uurtje moeten we in de kerk zijn!’ Cor bromt en draait zich nog eens om…
‘Ik heb geen zin hoor ma, gaan jullie maar!’ Lydia houdt nog nèt een zucht binnen.
‘Jongen, de kerk is belangrijk! Het is notabene kerst!’
‘Grmpfff,’ gromt de puberjongen.
‘Komen jullie nog!?’ wordt er ongeduldig beneden aan de trap geroepen. Maar beiden negeren het. Lydia praat verder tegen het achterhoofd van haar zoon:
‘Je moet elke dag naar school. Dáár mopper je ook over, en tóch doe je dat. En school is minder belangrijk dan jouw zaligheid! Het gaat om de eeuwigheid jongen… De kerk is de werkplaats van de Heilige Geest. Dáár moet je zijn!!!’ betoogt zijn moeder hartstochtelijk. ‘Dus geen discussie hoor! Je komt gewoon uit bed en gaat mee!’ zegt ze hem nu vriendelijk maar beslist. Mopperend draait Cor zich weer om en met een chagrijnig gezicht stapt hij zijn bed uit. Hij weet dat hij
geen keuze heeft.

‘Maar ze hoeven niet te denken dat ik gezellig ga doen…!’
Zijn moeder ziet het aan. Haalt onzichtbaar en verdraagzaam haar schouders op. Ze weet dat ze niet kan verwachten dat hij ineens blij en gezellig doet. ‘Deed ikzelf vroeger niet net zo, tegen mijn ouders?’ overdenkt ze.
Zijn lieve geduldige vrouw had het hem allemaal verteld. Hij kon een voorbeeld aan haar nemen! Nog elke dag mist hij haar, nadat zij vijf jaar geleden aan kanker was overleden… Gevouwen handen voor haar zoon en haar man. Ja…, de twee vúrige karakters van Cor en hem botsten nogal eens! Nadat ze was heengegaan tot haar Zaligmaker, was hij rustiger geworden… Jaap was dankbaar dat zijn zoon samen met zijn vrouw, hem elke week op woensdag met hun gezin mee liet eten… Dat brak de lange werkweek wat! Zijn schoondochter had hem geleerd hoe de wasmachine werkte. De huishouding deed hij in die tijd nog zelf. Maar langzamerhand heeft zij dit op haar schouders genomen. Zijn krachten namen af en hij zag het allemaal niet goed meer met zijn ogen… Het Bijbel lezen ging steeds moeizamer en kostte veel energie… Het orgel spelen en zingen gingen hem nog wel goed af. Maar hij merkte wel, dat zijn stem in krachten afnam het afgelopen jaar. Hij ging, sinds het overlijden van zijn vrouw, elke week op maandagmorgen naar zijn “vriend” de dominee. Veel praten deden ze niet. Orgel spelen en zingen des te meer! Een héérlijk uurtje was dat… Maar de laatste weken lukte ook dat niet meer…

Pieter laat hem rustig denken... Els, de schoondochter van Jaap, zet een kopje koffie neer, met suiker en melk ernaast. Deze laat hij een minuutje of wat staan, want hij houdt niet van al te hete koffie.
Daardoor heeft hij de tijd om ongemerkt het Bijbelgedeelte op te zoeken, dat hij ter bemoediging zijn goede vriend mee wil geven…

‘Ja, daar is het!’
Nog steeds mismoedig slaakt Jaap een verdrietige zucht en keert terug in het heden. Afwachtend kijkt hij Pieter aan, die hem vervolgens vraagt:
‘Zullen we Gods Woord laten spreken? Ik heb het zojuist opgezocht. Jakobus vijf vers dertien tot en met twintig’, een bevestigende knik maakt, dat de rustige warme stem van Pieter in de woonkamer te horen is:
‘De kracht van het gebed.
Is iemand onder u in lijden? Laat hij bidden. Heeft iemand goede moed? Laat hij lofzingen.
Is iemand onder u ziek? Laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden en hem met olie zalven in de Naam van de Heere. En het gelovige gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand. Elia was een mens net zoals wij en hij deed een vurig gebed dat het niet zou regenen, en het regende niet op de aarde, drie jaar en zes maanden. En hij bad opnieuw, en de hemel gaf regen en de aarde bracht haar vrucht voort. Broeders, als iemand onder u van de waarheid is afgedwaald en een ander doet hem terugkeren, weet dan dat hij die een zondaar van zijn dwaalweg doet terugkeren, een ziel zal redden van de dood en een menigte van zonden zal bedekken.’
Een gewijde stilte vult de woonkamer, wanneer Pieter zwijgt. De nog steeds gevouwen handen van Jaap vragen om een gebed. Pieter begrijpt het en sluit zijn ogen. Wederom klinkt zijn warme, rustige stem. Hij draagt Jaap, Els, Cor en de kleinkinderen op aan de troon van Zijn genade. Een rust daalt neer in het hart van zijn lieve vriend. De HEERE zal doen wat goed is… Ongeacht Cor… Woorden zijn overbodig! Els, die zich respectvol teruggetrokken heeft in de keuken, hoort alles en ziet hoe haar schoonvader dankbaar de hand van de predikant grijpt! Ze houdt van haar schoonvader.
‘Wat lijkt hij op Cor! Maar toch anders…,’ bedenkt ze met een droevige glimlach. ‘Oh nee! Gemakkelijk is hij niet. Maar… Ze kan er de vinger niet opleggen. De gesprekken van de predikant en haar schoonvader raken haar meer dan ze kan zeggen… Hoe liefdevol gaan ze met elkaar om. 
‘Ik zal hem missen als hij er niet meer is… Misschien nog wel meer deze momenten!’ realiseert zij zich ineens.

Een week later staan Cor en Els met de kinderen op de begraafplaats. Het is twintig oktober tweeduizendnegentien. Bij Els rollen de tranen over haar wangen… Cor echter, staat met droge ogen en een brok in zijn keel naar het open graf te staren... Het is voor hem onmogelijk te huilen. De dominee had over de verloren zoon gepreekt… Nee, hij heeft hem, Cor, niet terecht gewezen! Hij had verteld over zijn vader Jaap, die net als hij zo stijfkoppig zijn eigen weg was gegaan, totdat…! Totdat hij Lydia ontmoette. Zijn moeder die zo zachtmoedig en gelovig Zijn weg ging…  Pa die door ma terug naar Zijn Vader was gegaan. Hij had alles eerlijk opgebiecht. Zijn harde hart… Zijn eigenwijze hoofd! Véél geld verdienen was belangrijk. Een mooie carrière! Dat was belangrijker dan de HEERE…
Maar zijn moeder leerde hem anders door Gods Geest. Ze hebben het goed gehad. Kwamen nooit geld tekort. Toch voelt Cor zich aangesproken en moet erkennen: ‘Ik heb alles gekregen dat ik nodig had en toch wilde ik meer… Het was nooit genoeg!’ Hij kijkt opzij naar Els en zijn zoontje, die verdrietig tegen haar aangeleund staat. Dan kijkt hij neer op het hoofdje van zijn dochtertje, die met haar rug tegen zijn buik aangedrukt staat, onder de indruk en verdrietig…
‘Zijn vader en hun opa…’ Els ziet hem door haar tranen heen.
‘Die eigenwijze stoere man van haar…’
Cor ziet ineens de paralellen tussen zijn vader en hem… Ook hij was druk met carrière. Zijn kinderen mochten niets tekort komen… En uiteindelijk…?
Ik heb alles…
Een goede baan…
Een mooie vrouw, passend bij mijn positie…
Twee ongelooflijke lieve gehoorzame, soms ondeugende kinderen…
Een mooi vrijstaand huis…
Een dure auto…
Een boot…
Wat wil ik nog meer? Cor kijkt naar de kist die langzaam in het open gat zakt… Hij voelt zich leeg en arm…
‘Kom ik niet álles tekort, HEERE!? Mijn vader die nu met mijn moeder in eeuwigheid de lof mag zingen bij hun Schepper en Zaligmaker. Wat zijn mijn ouders rijk!’ Langzaam worden zijn droge ogen vochtig. Een druppel valt op de haren van dat kleine koppie voor hem… Een schok gaat door hem heen als het meisje daarop haar hoofd optilt en haar vader in zijn vochtige ogen kijkt.
Tekort! Mijn meisje… Een zieltje voor de eeuwigheid! Een blik opzij naar zijn zoontje en Els… Nog twee zielen! Els steekt haar arm door de zijne heen en fluistert:
‘Papa Jaap hield van jou, Cor. En van ons. Maar nóg meer houdt Zijn God en Vader van jou èn ons!’ Nu beginnen de tranen overvloedig te stromen…

Een jaar later, staat Cor, samen met zijn vrouw Els, voor in de kerk. Predikant Pieter is emotioneel. Hier staan de zoon en schoondochter van zijn lieve vriend, die hun jawoord geven op de belijdenis van hun geloof in Christus. Na de kerkdienst vraagt hij aan Cor nog even te blijven.
‘Ik heb iets voor je. Jouw vader had gevraagd dit voor jou te bewaren wanneer je eraan toe was. En ik heb het vertrouwen, dat het moment er nu is.
Pieter overhandigt Cor een kaartje en een klein pakketje in cadeaupapier ingepakt…
‘Hoezo…?’ vragende ogen.
‘Lees het kaartje maar dat erbij zit,’ knikt Pieter hem vriendelijk toe.
Hij draait het kaartje om en leest de met bibberende hand geschreven tekst, gedateerd:
’19 oktober 2019, Rhenen, voor mijn lieve zoon Cor. Ik heb altijd van jou gehouden. Maar God de Vader nog veel meer!!! En jouw moeder wist dat!
Cor begint iets te begrijpen en scheurt, bijna wetend, het papier van het cadeautje af. Hij houdt een versleten zakbijbeltje in zijn handen…
In gedachten ziet hij weer zijn moeder het bijbeltje in haar handtas doen, wanneer zij naar de kerk gingen. Maar ook als zij aan tafel uit Gods Woord lazen… De potloodstreepjes!!!
Cor slaat het Bijbeltje eerbiedig open… Zijn ogen worden vochtig als hij leest:
‘Voor mijn zoon Cor:
Wij moesten feestvieren en vrolijk zijn, want uw broeder hier was dood en is levend geworden, hij was verloren en is gevonden.’
Van jouw moeder, 23 maart 2014, Rhenen.




Aan alle gezag onderdanig

Veel gelezen post