(Verschuilend of schuilend?)
Hebben jullie dat wel eens gehad? Dat je misselijk bent van angst? Voor iets wat op zichzelf niet eens iets is om bang voor te zijn, maar in je hoofd wordt het alsmaar groter!? Je weet dat je erover moet praten, maar je buik knijpt samen van de spanning. De spanning kruipt omhoog via je slokdarm. Misselijkheid overspoelt je… De verlossende woorden willen maar niet komen… En toch weet je:
Het moet hardop uitgesproken worden…
Vroeger had ik hier veel last van. Tegenwoordig niet vaak meer… Maar soms? Hoe komt dat toch?
Gods geboden ervaar ik als mijn hekje rondom mijzelf, om mijn angst buiten te houden. Het geeft bescherming. Het geeft mij het gevoel van: “Ik heb het goed gedaan”.
Maar waarom ben ik de HEERE dan gehoorzaam? Om me achter Zijn geboden te verschuilen?
Ik sluit mijn ogen en denk aan Jezus. Hoe ver ben ik van Hem verwijderd, wanneer ik me ver-schuil achter Zijn geboden. Als het ware achter Zijn veilige rug naar de wereld om mij heen kijk. Hoe dichtbij ben ik bij Hem, wanneer ik mag schuilen in Zijn veilige armen, dicht aan Zijn warm vergevende hart…
Dan komen de verlossende woorden wel! Dan lukt het Hem te volgen…
Niet om angsten te voorkomen, maar om door de angst heen te gaan. Door Zijn Geest en de wetenschap dat Zijn armen met doorboorde handen, om mij heen geslagen zijn. Hij wilde vrijwillig voor mijn zonden lijden. Is gestorven, begraven en opgestaan uit de dood. En nu bidt Jezus voor mijn behoud, bij Zijn vader.
Ben ik in dit alles, niet meer dan overwinnaar door Hem Die mij heeft liefgehad? Met mijn ogen op Hem geslagen en door Zijn Geest, mag ik angsten overwinnen en dichtbij aan Zijn Vaderhart schuilen. Niet ver-schuilend achter Gods geboden. Nee juist héél dichtbij. Want de Vader ziet mij, schuilend in Christus, liefdevol genadig aan.
Romeinen 8
37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad.