Daar zit duisternis en geen leven in.
Als wij onze vleselijke verlangens de voorkeur geven,hebben wij de illusie in vrijheid te leven.
Maar door deze begeerten te volgen,
zijn wij juist door de dood verzwolgen…
Beroemdheden willen dat wij naar hen kijken.
Zij doen steeds gekker, zodat wij daarvoor bezwijken.
De vele tijd die ik ermee vermorzelen kan!
Hebben de begeerten mij zo erg in de ban,
wat gevraagd en ongevraagd tot mij komt?
De duivel in zijn verleidingen vermomd…
Dan kan ik wel denken: ‘Ik ben vrij,’
verlangens van mijn onderbuik beheersen mij!
Toen ik in vers vier bij de “maar” kwam,
en ik van Gods barmhartigheid en grote liefde vernam?
In dat gedeelte komt na het woordje “maar”,
overvloedig het Evangelie openbaar.
Als wij echter het woordje “maar” zeggen,
gaan wij vaak beperkingen opleggen.
Paulus die de duisternis eerlijk beschrijft.
Zijn wij al in Jezus Christus ingelijfd?
Jij en ik, dood in zonden en misdaden.
De Vader geeft in Christus ons genade.
Een lied noemt men vers vier tot acht,
waarin Christus wordt hooggeacht.
“Uit genade bent u zalig geworden” wordt geëxclameerd.
Daarmee wordt in vers vijf Jezus hoog geëerd.
Het dodelijk donker wordt stralend levend licht,
wanneer Gods Geest Zijn werk in ons verricht.
Is “uit genade bent u zalig geworden” onze exclamatie?
Verspreiden we zo aan elkaar het Evangelie?
Ik, die het beslist niet verdien,
zullen mensen Christus wel in mij zien?
Volg ik vrijwillig Jezus, onze Heere?
Dan Ik hoef mezelf niet meer te profileren,
Ik in Christus en Christus in mij,
dát alleen maakt waarlijk vrij!
N.a.v. een preek bij het afleggen van de openbare geloofsbelijdenis met als tekstgedeelte:
Efeze 2: 1-10
Tekst:
Efeze 2: 8,9:
‘Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen.’ https://kerkdienstgemist.nl/stations/241/events/recording/165683340000241
Daar past het lied bij hè: genade zo oneindig groot.
BeantwoordenVerwijderenGenade, zo oneindig groot.
Dat ik, die 't niet verdien
Het leven vond, want ik was dood
En blind, maar nu kan 'k zien.
Genade die mij heeft geleerd
Te vrezen voor het kwaad.
Maar ook - als ik mij tot Hem keer
Dat God mij nooit verlaat.
Want Jezus droeg mijn zondelast
En tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
En brengt mij veilig thuis.
Als ik daar in zijn heerlijkheid
Mag stralen als de zon,
Dan prijs ik Hem in eeuwigheid
Dat ik genade vond.
Dan prijs ik Hem in eeuwigheid
Dat ik genade vond.
(Het werd gezongen na mijn doop)
Ik kon helaas heel lang niet goed reageren door laptop problemen. Dank je wel voor deze prachtige aanvulling, Aritha! Wat mooi dat dit na jouw doop gezongen werd. Dit lied werd inderdaad ook tijdens de kerkdienst gezongen.
VerwijderenMooi Yvonne!
BeantwoordenVerwijderenEn ja, 'jouw' dooplied, Aritha, past daar mooi bij!
Dank je wel Rita...
Verwijderen