dinsdag 10 januari 2023

Wat is Uw wil?

De vraag: "Wat is Uw wil voor mijn leven?" Heb ik mezelf regelmatig gesteld.

Toen ik gisteren het gedicht van de preek geschreven en gepost had, viel me een woordje in één van de laatste zinnen op.


Met Hem op onze wegen gaan?

Klopt dat eigenlijk wel? Dacht ik toen. Want als ik op mijn weg ga, ga ik dan wel op Gods weg? Dat was mijn volgende confronterende vraag aan mezelf:

Is Gods weg wel mijn weg?

Dat wil ik toch wel? En dus veranderde ik het "onze" in "Zijn", zoals jullie nu kunnen lezen in de gecorrigeerde versie. 

Vannacht lag ik dus een poosje wakker. Te worstelen... Met opnieuw de vraag: "Wat is Uw wil voor mijn leven? Ik voel me vaak zo klein, niet gezien en onbelangrijk." Een eerlijke gedachte is het niet! Wanneer ik kijk naar hoe belangrijk ik ben voor mijn echtgenoot en kinderen en kleinkinderen. Voor de enkele lieve vrienden die ik mag hebben. En toch komt zo af en toe deze "stoute en ondankbare" gedachte bij mij naar boven. Heel bewust stel ik op zo'n moment aan mezelf de vraag:

"Draait het leven dan om jou, Yvonne? Nee toch zeker! Om wie draait dit en jouw leven? Is het niet Christus?
Markus 12:30 En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod.
31. En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze.

Met een schok realiseerde ik mij: Eigenlijk is dit hetzelfde als dat ik in het laatste gedicht schreef... Het is niet:

Wat is Uw wil met mijn leven?

Maar:
Wat is Uw wil met Uw Leven in mij?

Het lijkt een subtiel verschil. Maar voor mijn een Levensgroot verschil! Bovendien is het antwoord helder, zoals beschreven in het gedicht van gisteren:

Met Hem op Zijn wegen gaan!




Bovendien de blog waar Ilona naar verwijst in haar reactie. Lezen jullie hem met mij mee? Zij heeft dit doorleefd geschreven. Mooi om mee te nemen ons leven in!

zondag 8 januari 2023

Geraakt, gebed en gegaan


(op Gods belofte)


Geraakt:

Nehemia's geraakte hart,

werd vervuld met smart.

Toen Hanani vertelde aan hem,

over de puinhopen van Jeruzalem.

Nehemia bedreef enkele dagen rouw.

Het is eigen schuld, want wij joden,

hielden ons niet aan Gods geboden,

ondanks Gods onveranderlijke trouw!


Gebed:

Nehemia pleit daarop in zijn gebed;

wie op Uw geboden let,

zich bekeren en U in 't gebed naderen?

Zult U op Uw plaats bijeen vergaderen,

om daar Uw Naam te laten wonen,

Uw rechtmatige lof en eer te betonen!

Maar toen de koning Nehemia vroeg,

waarom hij zich triest gedroeg?


Gegaan:

Bij Arthahsasta nooit verdrietig geweest,

maar nu werd Nehemia wel bevreesd...

Nadat hij een stil gebed heeft gedaan,

mocht hij van Arthahsasta op weg gaan.

Hij ging met het volk aan de muur bouwen,

terwijl zij op Gods belofte vertrouwen.

Want dáár zal Gods Naam gaan wonen,

op Zijn plek, Hem rechtmatig eer betonen!


Geraakt, gebed en gegaan?

Op wie zie ik in puinhopen en ellende?

Tot wie zal ik mij dan wenden?

Zie ik op mijn eigen heidense schuld?

Bid ik tot God met Zijn énorme geduld?

Zullen we samen op Gods belofte staan?

Met Hem op Zijn wegen gaan?

In Jezus Naam mogen wij eeuwig wonen,

om Hem Zijn rechtmatige eer te betonen!


8 januari 2023, een wat vrijer gedicht, dan jullie van mij gewend zijn, n.a.v. een preek. De predikant had geen echte kerntekst. Maar in dit gedicht ligt de kern toch wel rond Nehemia 1 tot 2 vers 10.

Tekst: Nehemia 1 vers 9, 10 en 11
9 Maar als u zich tot Mij bekeert en Mijn geboden in acht neemt en die houdt – al bevonden uw verdrevenen zich aan het einde van de hemel, vandaar zal Ik hen bijeenbrengen en hen brengen naar de plaats die Ik gekozen heb om daar Mijn Naam te laten wonen. 10 Zij zijn toch Uw dienaren en Uw volk, dat U verlost hebt door Uw grote kracht en door Uw sterke hand. 11 Och, Heere, laat Uw oor toch opmerkzaam zijn op het gebed van Uw dienaar, en op het gebed van Uw dienaren, die er vreugde in vinden Uw Naam te vrezen. Doe Uw dienaar vandaag toch slagen en geef hem barmhartigheid bij deze man. Ik was namelijk de schenker van de koning.


Morgendienst 8 januari

Kijk ook eens op deze link, dat over hetzelfde schriftgedeelte gaat... 

Huis-met-een-vast-fundament



dinsdag 3 januari 2023

Aanbidding van de Koning



De Koning gekroond


In Mattheüs gaat het over twee koningen,

waar de wijzen naar op weg gingen.

Koning Herodes, en heel Jeruzalem

raakten erover in verwarring met hem...

Wijzen vroegen naar de pasgeboren Koning der Joden.

Overpriesters en schriftgeleerden werden ontboden.

De wijzen krijgen via koning Herodes,

van de schriftgeleerden de les.

Dat men het geboren Koningskind,

in Bethlehem in Judea vindt.

De profetie van Micha krijgt nu zijn glans,

maar de 'kerk' in Jeruzalem grijpt niet hun kans...

Hoe vreemd is het dat de wijzen,

alleen sámen verder gingen reizen.

Niet de geestelijke leiders gingen voorop,

maar deze heidenen, de kerk op z'n kop!

De wijzen, mannen van aanzien, vielen plat neer,

aanbiddend voor 't Koningskind, Jezus onze Heer.

Sterrenkijkers die God zou vervloeken,

kwamen júist het Koningskind bezoeken.

Zij kwamen met rijke geschenken,

dat was 't laatste wat we zouden denken!

En dus zien we hier de Bijbelse lijn,

dat juist de laatsten, de eersten zullen zijn.

We zien een kerk die jammerlijk faalt,

omdat zij van Christus' weg afdwaalt.

Drie vormen van aanbidding,

van onze Almachtige Koning.

De aanbidding met een vraag,

waarmee ik mijn nood bij Jezus klaag.

Of aanbidding voor wat Hij,

gedaan heeft voor mij...

Maar de aanbidding van de wijzen?

Die willen Jezus om Zichzelf prijzen!

Is dit niet hoogste en rijkste vorm?

Om Wie Hij is, dé aanbiddingsnorm?

Niet om wat Jezus ons geeft of gaf,

is toch voor onze aanbidding de maatstaf?

Is Christus in onze kerk in ons midden?

Wil jij zoals de wijzen, Christus aanbidden?

Welke koning zit in ons hart op de troon?

Verlangen we niet zelf naar die kroon?



De koning ont-troond 


Voordat de Bijbel openging,

heette Herodes nog koning.

Toen viel hij voor God van zijn troon,

en ging dit hoogste ambt over op Gods Zoon.

Zij, die Zijn liefde waardig schat?

Valt voor Dit Koningskind nederig plat.

Deze aanbidding is al genoeg,

voor Hem, Die al onze zonden droeg...

We hoeven onszelf niet te bewijzen,

en ook niet in de markt te prijzen.

We gaan niet op elkaar vitten of belagen,

maar stellen elkaar wel kritische vragen.

Welke Koning aanbid ik, jij of wij?

Jezus? Of de koningen van jou of mij?

Wanneer je voor Jezus plat ligt,

en jouw leven naar Zijn Woord inricht?

Rollen alle andere koningen van hun troon.

Komt laten wij aanbidden Die geboren Zoon!!!



N.a.v. een preek op eerste kerstdag 2022 met als tekstgedeelten:
Genesis 37: 5- 11 en Mattheüs: 2:1- 11


TEKST: Mat.2:11a

En toen zij in het huis kwamen, vonden zij het Kind met Maria, Zijn moeder, en zij vielen neer en aanbaden Het


Kerkdienst eerste kerstdag 2022



zondag 1 januari 2023

Rupsje nooit genoeg?

(Baken in de zee...)


Als de baren van de zee,

neemt de wereld ons mee.

Ons leven ongedurig,

en wij wispelturig.

Is een aards verlangen vervuld?

smachten we alweer vol ongeduld,

naar de vervulling van een andere wens...

Rupsje nooit genoeg, dé mens!

Als we echter hiervoor kiezen,

zullen we alles verliezen...


Kennen wij onze Vader zó slecht?

Heeft onze Schepper geen recht,

op Zijn gehele schepping?

Kennen wij de geboren Koning?

Jezus ligt als een baken in de zee. 

Wijst ons de weg en neemt ons mee,

veilig door de woelige baren.

Ons leven komt tot bedaren.

Smachtend naar Jezus met geduld,

worden zalige verlangens volledig vervuld!


Lees ook eens: 
Egocentrisme versus Christocentrisme
Zijn levensdoel met ons 






donderdag 29 december 2022

Strepen...

Achter het raam zit een oude vrouw. De zon schijnt op haar en zij voelt hoe de warmte zich héérlijk door haar hele lichaam verspreidt. Genietend sluit zij haar ogen. Als vanzelf gaan haar gedachten terug naar het pijnlijke verleden... Ze beweegt even met haar schouders, alsof zij iets van zich af wil schudden. Maar dat lukt niet echt... Een jonge vrouw is druk bezig haar ramen te wassen en denkt: Als ik snel opschiet ben ik om tien uur bij ma... Een uur later zet ze blij en voldaan de lege emmer in de schuur. Half tien! Fijn, nu kan ik op mijn gemakje naar ma fietsen. Mieke loopt haar huis weer binnen en pakt de sleutel om de deur af te sluiten. Dan kijkt zij door het raam en schrikt... ‘Bah...! Wat een vieze strepen!!! Zal ik..?’ Gelijk de daad bij de gedachte voegend, pakt ze wederom de emmer. Daarna vult zij hem met handwarm water, een scheutje afwasmiddel en een spons, om daarna het raam nog eens grondig over te doen. Helaas..., tevreden kan ze niet zijn. Onbarmhartig laat de zon de strepen zien die zij achterlaat! Het goede humeur van Mieke is verdwenen en mopperend stapt zij op haar fiets. Ellendig, ik zou om tien uur bij Ma zijn... Dat lukt nu niet meer! constateert zij met een schuldige blik op haar horloge. Nog geen tien minuten later opent zij, met haar moeders sleutel, de voordeur van het appartement. Haar jas hangt ze geïrriteerd aan de kapstok. De vertrouwde kapstok, die al in zoveel verhuizingen overleefd heeft. Mieke mikt haar schoenen eronder. Oeps… Moeder heeft een hekel aan rommel. Snel worden de instappers rechtgezet. Opgewonden en verhit pakt Mieke de klink van de woonkamer. Een diepe zucht en dan…, opent zij de deur.

‘Dag mam!’ Verheugd doet de oude vrouw haar ogen open en begroet Mieke hartelijk. Direct begint deze: ‘Ma, hoe doet u dat? Ik baal zó van die snertramen! ‘k Heb ze vanmorgen nota bene twee keer gedaan en nóg zie ik strepen!!!’

‘Tja, de zon verbergt niets, daar doe je niets aan Miek...’ klinkt het begrijpend machteloos uit de mond van haar moeder. Een gespannen zwijgen volgt. De gedachten bij beiden draaien op volle toeren. Verdriet, boosheid en angst wisselen elkaar af, voordat de oudste van de twee uiteindelijk haar besluit neemt en plompverloren begint te spreken...

‘Het spijt me héél erg dat ik jou geen liefde gegeven heb. Ik leefde zo krampachtig! Door jouw vader leerde ik God kennen. Ik wilde graag zo’n God dienen als dat hij dat deed.
Die leiding had ik, tot mijn toen nog jonge leven, gemist. Iemand Die mij zei, hoe ik moest leven... De kerk waar wij toen samen naartoe gingen, had hele duidelijke regels. Dat vond ik ontzettend fijn!!! Nu wist ik dat ik het goed deed! Nu kon niemand mij meer afwijzen, want ik deed het goed...’ verdrietig en met een schuldig geweten, schudt het lieve mens haar hoofd. Mieke kijkt naar haar eigen handen, die trillerig wat onzichtbare pluisjes van haar rok plukken.

‘Ach wat deed ik hard mijn best! Maar toch deed ik het niet goed genoeg... Jij mocht geen pyjama aan. Weet je dat nog?’ Mieke knikt stil en haar moeder vervolgt moeizaam: ‘Er waren zoveel mensen bij ons in de kerk die dat wel deden... Ik veroordeelde hen daarom. Want..., het mocht niet. Meisjes mochten geen broeken aan! Zo dacht ik toen...’

‘Je weet vast nog wel dat ik boos op jou was, omdat je televisie gekeken had bij de buren. Wat ben ik toen onredelijk tegen je geweest! Woedend kon ik soms zijn wanneer je niet wilde luisteren, omdat je niet eerlijk was. Of iemand pijn had gedaan.’ Haperend vervolgt ze: ‘Dan gaf ik je een draai om je oren… Nee… Op zo'n moment voelde ik geen liefde maar boosheid... Ik wilde alleen maar, dat wij als gezin perfect leefden! Het frustreerde mij enorm dat dit niet lukte. Ik liep constant met een schuldgevoel rond. En als jij 't dan niet goed deed, reageerde ik dit op jou af... En de buitenwereld vond ons zo’n net gezin!’ Ze snuift spottend. 

‘Ja meid, aan de buitenkant zagen mijn ramen er schoon uit... Echter, ik deed jou èn jouw vader tekort! Veeleisend was ik voor jullie. Het was nooit goed genoeg... Ik ging mijn ramen telkens weer wassen, want steeds werden ze niet schoon. Begrijp je!?’ Het lijkt wel of ze elkaar voor het eerst ècht aankijken... Om zichzelf een houding te geven pakt Mieke haar kopje thee en kijkt naar buiten. Haar moeder vervolgt weer: ‘Ik begreep God niet. Zijn Geest vertelt mij al mijn hele leven dat ik het niet goed doe! Ik bèn zondig, maar ik werkte zo hard om geen zonden meer te doen! En júist daardoor deed ik nog meer zonden... Ik gaf geen liefde! Met mijn harde werken bereikte ik niets, ik raakte alleen nog meer gefrustreerd. Even pauzeert ze, om daarna uit haar hoofd, de woorden uit de voor haar vertrouwde statenbijbel te citeren:


‘Doch tevergeefs eert zij Mij, lerende leringen, die geboden van mensen zijn.’ Mieke herkent deze woorden, maar hoort het met gemengde gevoelens aan... ‘Kijk eens naar je ramen als je in de tuin staat, Miek. Dan zie je geen strepen. Zo was het ook voor de mensen om ons heen. Zij zagen een fatsoenlijk gezin,' nogmaals schudt ze rouwmoedig haar hoofd. 'Ik wist wel beter... Gods Geest liet mij dat zien. Alleen ik ging er niet goed mee om. Ik ging namelijk niet naar God. Nee..., ik ging zelf weer wassen!’

‘Wil jij mij alsjeblieft vergeven?’
 

‘Ik had je bij Jezus moeten brengen en niet moeten leren zelf je zonden op te lossen. Ik had je die liefde moeten geven die God ook aan ons geeft... Aan het kruis vroeg hij met alle liefde in Zijn hart, terwijl hij zoveel pijn leed voor onze zonden’: 

“Vader, vergeef het hun; want zij weten niet, wat zij doen.”

‘Hij had pijn om onze zonden, maar Hij had geen verwijten zoals ik ze altijd had! Hij wilde vergeving... Je hoeft niet perfect te zijn lieve Mieke! Jezus heeft het ook voor jou volbracht... Vergeef mij alsjeblieft mijn liefdeloosheid... Jezus heeft je lief en ik hou ook van jou! Mag ik je die liefde alsnog geven!?’ Met tranen van berouw en pijn kijkt ze haar dochter aan en zwijgt begripvol... Mijn dochter heeft tijd nodig om dit alles te verwerken... 

Mieke voert een innerlijke strijd, terwijl zij stiekempjes haar moeder bestudeert. ‘Eindelijk erkent moeder dat zij mij koud en kil heeft opgevoed. Maar is het mogelijk dat dit óóit beter wordt?’ Verward staart zij naar buiten, terwijl haar ogen zich vullen met tranen. De strepen op de ramen ontgaan de jonge vrouw. Langzamerhand voelt zij haar hart warm worden van liefde, als ze stilletjes bidt:

O Vader, dat Uw liefde mij blijk'; O Zoon, maak mij Uw beeld gelijk; O Geest, zend Uwe troost mij neer; Drieënig God, U zij al de eer!!!
Achter het raam zitten een oude en een jonge vrouw. De zon schijnt op beiden. Zij voelen hoe de warmte zich héérlijk door hun hele lichaam verspreidt. Mieke kan en mag aan haar eigen moeder antwoorden: ‘Ja mama, ik vergeef U!’ 


                                                              


dinsdag 27 december 2022

De blinkende Morgenster


Ik maakte me vanmorgen,

over de kerstgedachte zorgen.

De presentator op de radio,

verwoordde het alzo:

'Wat is van kerst het doel?

De kern is, een goed gevoel...'

De wereld gaat met kerst aan de haal.

Niet Jezus' geboorte staat centraal...


Maar staan we in de kerk wel sterk?

Hoe komt 't dat ik daar weinig van merk?

Ga ik links? De ander rechts of achteruit?

Of tóch misschien rechtdoor, tot besluit?

Kan ik dan van mijn kinderen verwachten,

zó vormen zich mijn gedachten,

dat ze Jezus volgen op hun wegen?

Ik kom zoveel verschillende christelijke meningen tegen!


Onder de mensen is het donker...

Maar ik zie sterrengeflonker.

Dáárom gaan wij niet verloren.

Omdat Jezus, de Christus, is geboren!

Wijst U door Uw Geest aldoor,

ons op Uw smalle, rechte spoor?

Want in het donker blijft het tóch licht,

wanneer we op Uw Woord zijn gericht!









dinsdag 20 december 2022

Donkere dagen voor kerst

Al voordat Johannes was geboren,sprong hij al op voor Jezus, wilde bij Hem horen...

Hij groeide op in 't bergland van Judea,

gelovig opgevoed door Elisabeth en Zacharias.Volwassen geworden ging hij in de woestijn verkeren,

om zijn hoorders op te roepen, zich te bekeren.

Van Heinde en verre kwamen ze naar hem lopen,

om zich tot bekering van zonden, te laten dopen.

Tevens riep hij hen op met gezag,

om verandering van gedrag!

Geen geld meer stelen of roven.

De Bijbel kennen en geloven,

maar er niet naar willen leven?

Christus zal je geen verlossing geven!
Johannes was de wegbereider,

om zondaren te wijzen op de Bevrijder.

Johannes ging ook Koning Herodes aanspreken,

hij moest met de vrouw van zijn broer gaan breken.

Toen werd Johannes gebonden en kwam in de cel.

Zelfverzekerd gesproken, nu twijfelt hij toch wel...

Zijn leven altijd in dienst van Jezus gesteld,

en dan dit oordeel, door Herodes over hem geveld!

Echter…, in vreemd gezelschap is hij niet,

als je op ‘t leven van Mozes, Gideon of Job ziet.

Johannes die in zijn koude, donkere cel zucht,
is met zijn twijfel naar Jezus gevlucht.
Wanneer ik op wegen loop waar ik niet om heb gevraagd,
twijfel ik dan ook? Omdat het mij niet behaagt?
En wat doe ik als ik aan het twijfelen ben gegaan?
Kijk ik dan naar wat ik in de Bijbel zie staan?


Want daarin staat de Vader in Jezus verklaard,
hoe Hij zijn schepselen bijeen vergaard…
Of vind ik ‘t niet nodig vergeving aan Jezus te vragen,omdat ik denk me perfect te gedragen?

Op de nare vraag; bent U Degene Die komen zou?

Welk antwoord gaf Jezus hier nou?
Hij zegt geen ja, maar ook geen nee.
Jezus neemt Johannes naar Jesaja vijfendertig mee.Zijn blik wordt gericht op de wonderen door Jezus gedaan.
Oren worden geopend, en van blinden zullen ogen opengaan.
Tevens kunnen door Jezus handelen,
de kreupelen weer wandelen.
Daarnaast zei Jezus, neem geen aanstoot aan mij.
Johannes verwachtte van Jezus, Hij laat mij wel vrij…
Maar hij moest leren dat Gods kracht,

in zijn zwakheid zou worden volbracht.
Jezus kwam uit de hemel op aarde neer.
Hij werd in een kribbe neergelegd, onze Heer!
Heeft alles meegemaakt wat wij ook meemaken.
Jezus echter, zonder op het pad der zonde te raken.
Als je hier geen aanstoot aanneemt ben je zalig,
want Gods verlossing is overdadig!

De dochter van Herodias mocht vragen wat ze wil.
Op aarde zweeg Johannes de doper stil, toen de knecht Johannes’ hoofd eraf sloeg, en het hoofd naar ‘t dochtertje droeg… Van het kortstondige ongeneugt was Johannes nu bevrijdt, omdat hij was ingegaan in de nimmer eindigende heerlijkheid.
Geloven wij, in dit eeuwige en zalige leven?
Waarom willen we dan zo druk zijn, en bedreven, om onze schaapjes op het droge te krijgen? Waardoor onze lofzang aan de Heere gaat zwijgen? Dit aardse leven is een zucht, een tel! Ben jij daarin al ongeschikt gemaakt voor de hel? Wanneer ook jij in duisternis en diepe dalen zucht? Zorg dat je zoals Johannes, naar Jezus vlucht! Dan zal je Zijn lof zelfs in de nacht, zingen, daar je Hem verwacht… Moedigen we elkaar aan? Om onze ogen op Jezus te slaan? Hij verwacht ons, na het lijden in deze tijd, om Hem te loven tot in eeuwigheid!

N.a.v. een preek met als tekstgedeelten:

Lukas 7: 16- 30

Tekst:

Lukas 7: 20b

Johannes de Doper heeft ons naar U toe gestuurd met de vraag: Bent U Degene Die komen zou, of verwachten wij een ander?


Link van de kerkdienst

Aan alle gezag onderdanig

Veel gelezen post